Koninklijke Bibliotheek archiveert
deze website als "Digitaal Erfgoed"

De Hoge Bank van Deil | 1461 - 1525

Overzicht van 108 actes. (Veel teksten moeten nog nagezien worden.)

29-01-1462. Gerigtelijken opdragt ten behoeve des hertogs, van verschillende parceelen lands te Wadenoyen, benevens huis en hofstad met het dagelijksche geregt aldaar.
Schepenen: Gijsbert van Giessen en Jan Gijsberts zoon.
Int jair ons Heren dusent vierhondert tweendetsestich, des vrydachs na sente Pouwels dach conversionis.
Gepubliceerd in Nijhof, deel 4, pag 328 (Nº 370).
Met de zegels van de schepenen.
Bron: Hertogelijk Archief Charterverzameling, inv. 838
24-07-1462. Schepenen: Jan van Weerdenberch en Ghijsbert van Haeften van Reynoie
Wij Jan van Weerdenberch ende Ghijsbert van Haeften van Reynoie scepen in Deyl tugen dat voir ons comen is Adryaen van Balveren ende heeft vercoft ende opgedragen voir driehondert gouden gulden genge ende geve die hy giede dat hem betaelt sijn een huys ende hofstat met allen sijnre tymmeringe potinge ende toebehoeren met sesse mergen lants also groot ende also cleyn als sy gelegen sijn in den gericht van Wadenoyen tuschen dat cloester van Zenwynen aen die een syde ende Jacob Becke aen die ander syde streckende metten enen eynde op die gemeyn stege ende metten anderen eynde aen den Hemertschen grave heren Dirick van den Grave priester proest to Zenwynen tot behoeff der pryorynnen ende gemeyns convents des cloesters to Zenwynen voirscr. in enen eygendom sonder thijns ende sonder dijck erfeliken te besitten. Ende Adryaen van Balveren voirscr. verteech op dit lant ende guet voirscr. ende geloefde daer op doin te vertyen allen dieghene die daer met recht op vertyen sollen ende geloefde oeck te waren heren Dirick van den Grave priester proest tot behoeff der pryorynnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen voirscr. dit lant ende guet voirscr. jair ende dach als recht is van allen dieghene die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doin van denselven. Hyervan so is Otte van Haeften van Reynoie barge. In orconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert twe ende tsestich op sente Jacopsavont des heyligenapostels.
(in dorso) nr. 159 Wadenoyen
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 164 (pag. 254)
26-07-1462. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van een huis en hofstede, gelegen te Rumpt door Cornelis Cooll aan Eustaes van Scherpenzeel, 1584; met als retroakta de akte van verhuur hiervan door Walraven van Haeften aan Willem van der Schaer, 1462, en de akte van transport hiervan door Cathrijn van Oppijnen aan Cornelis Cooll, 1548.
Wij Ghiisbert van Haeften van Reijnoie ende Jan Ghiisberts soin scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is heren Walra-
ven van Haeften rydder ende heeft uytgegeven een huijs ende hofstat mit allen siinre tymmeringe potinge ende toebehoren
gelegen inden gericht van Rumd tuschen die gemeyn straet aen die een sijde ende Jan Gherits soin aen die andere sijde
.....ende vanden Lyngen stroom totten pryor ende gemeyn ..... des cloesters van Asperen toe Eillem vander Schaer
in enen jairlixschen erfthiins te besitten ...
.... Int jair ons heren dusent vierhondert tweeendesestich des anderen dachs nae sunte Jacops dach apostels
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2425
02-11-1462. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van een morgen land, gelegen op de hoge weye te Deil door Jan Ghijsbertsz. aan Johan van Weerdenburch.
Wij Jan van Weerdenberch ende Jan Ghiisberts soin scepen in Deijl tugen dat ick Jan Ghiisberts soin voirsz. heb vercoft
ende opgedragen voir viiftich gouden gulden genge ende geve die ick giede dat mij betaelt siin enen mergen lants ge-
legen inden gericht van Deijl op die Hoge Weije tuschen erfg. Willems van Tuel aen die een sijde ende die kerck
van Deijl aen die ander sijde Steven Jans soin tot behoeff Jans van Weerdenberch soin mijns Jans van Weerdenberch
voirsz. in enen eijgendom sonder thiins ende sonder diick erfeliken te besitten Ende ick Jan Ghiisberts soin voirsz. heb ver-
tegen op dit lant voirsz. ... etc ...
.... In orconde onssen litteren gegeven int jair ons heren dusent vierhondert twee
ende tsestich op alre zielen dach
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2478
1464. Heinrich von Brienen und Johann Wylhemsz Schöffen zu Deyll beurkunden, dass Johann von Rijswick 7 Morgen Land um 1000 Pfund Pfennige verkauft hat [?].
Orig. Perg., die Schrift zum Theil ganz erloschen, mit 2 anhgdn. Siegeln, 1: Löwe, 2: unkenntlich.
Bron: Das Gräflich Von Mirbach‘sche Archiv zu Harff, nr. 550.
Gepubliceerd in:
Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein, insbesondere die alte Erzdiöcese Köln, nr. 57 (1894), Zweiter Band (1431-1599).
Bron: Overigen
26-02-1464. Schuldbekentenissen van Willem de Cock van Neerynen, 1464, 1476. 2 charters.
Wij Willem van Tuel ende Wouter van Beesd Florijs soin scepen in Deijl tugen dat Willem? van Hijend? heeft geloeft
Jan oiren? soin tot behoeff Willems Kocks sestien gouden overlensche Riinsche gulden genge ende geve ...
... tot wille Willems Kocks voirsz ende ...
....
... Gegeven int jair ons heren
dusent vierhondert vier ende tsestich opten sonnendach als men singt inder heijliger kercken reminiscere
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 571-1
1465. Vonnis van schepenen van Deil tussen Walraven van Haeften, als pachter van 's kapittels tienden ten Malsen, Deil, Rumt en Gellikun, en Jan van Arkel c.s., houdend dat onder die tienden ook raaptienden begrepen zijn.
Omvang: 1 charter
Bron: Kapittel van Sint Marie, inv. 869
23-02-1465. Michael Hessels verkoopt 5 hont land in Drumpt, gelegen tussen Steven Jansz van Eck en Lambert van Eck Stevensz, aan Lambert van Eck voorsz., en overdraagt daarbij 2 oude brieven uit 1465 en 1484, op 2 mei 1610.
Litteris antiqua supra memorate h.... et p.... coram Gherit die Jode et Ghijsbert Hackert schabinis, Jacob Huijgensz vendidit domum etc met vier hont lants ....? tho Deijll inter heredes Arien Olifiersz ab uno ende Jan Roevers ab altere Henrick Willemsz heredit. possiden. cum warandia absoluta et Henricus predictis reddidit Jacobo predicto bona predicta in emphitensis? voir drie goude Overlantse Rijnss gulden annue op Petri ad Cathedram Datum 1465 postridie Petri ad Cathedram {23-2-1465}, et secunda vel transfixa, coram Aernt van Tuijll Reijersz ende Wouter van Beesdt, etc Gerit van Rhijn ende Jan van Rijn vendiderunt litteram predictis Broeder Jan Berntsz ad opus conventus sororum in Culenborch cum warandia absoluta Datum 1484, des donredaechs post Pasche {22-4-1484}.
Bron: ORA Deil, inv. 1092, fol. 94.
Transfix.
Aanhangend: 22-04-1484
Bron: Overigen
11-06-1469. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van een visserij in de Linge en twee hofsteden gelegen te Rumpt door Otto van Asperen van Vueren aan Johan van Weerdenburch, 1475; met als retroakte de akte van transport van de visserij in de Linge door Ott van Gellichem en zijn zoon Ott aan Otto van Asperen van Vueren, 1469.
Wij Claes van Haeften van Reynoie ende Ghiisbert Holle scepen in Deijl tugen dat voir ons comen
siin Otte van Gellichem ende Otte van Gellichem siin soen ende hebben vercoft ende opgedragen voir hon-
dert pont gever penninge die sij gieden dat hem betaelt siin een vysterie in die Lyngen gelegen
tuschen Otten van Asperen ende van Vuern met sijnre vysterien aen een sijde ende erfgh.? Ghiisberts
van Gyessen aen die ander sijde Otten van Asperen ende van Vuern voirsz. in enen eijgendom erfli-
ken te besitten .... etc...
..... In oirconde onssen litteren gegeven int jair ons heren dusent vierhondert negen
ende tsestich op sente Barnabas dach
Transfix.
Aanhangend: 06-04-1475
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2397
14-11-1469. Schepenen: Claes van Haeften van Reynore en Werner van Beesd [1]
Wij Claes van Haeften van Reynore ende Werner van Beesd {1} scepen in Deyl tugen dat Meerten van Hove heeft geloeft heeren Jacop pastoer der kercken van Zenwijnen tot behoeff der pryoerinnen ende gemeyns convents der jonckfrouwen van Zenwijnen thijns vijff ende twintich witte hollansche bourgonsche stuvers genge ende geve off ander guet payment daervoir in geliker werden alle jaer eweliken op Sente Martensdach in den wynter te betalen ende te boeren uyt drye mergen lants gelegen in den gericht van Wadenoyen op die Herucht tuschen erfgenamen Bertholomeeus van Ecke aen die oeverste zijde ende die papelike provend ten Waeyenoyen aen die nederste zijde streckende metten eenen eynde op die weteringhe ende metten anderen eynd aen den Tyelwech welck thijns voirscr. weert sake dat hij alle jair eweliken opt en voirscr. termijn der betalingen nyet betaelt en were dan soe sall daer alle dagen daernae comende een peen van eenen vlemschen cleyken gever penningen opten voirscr. thijns wassen en de ghaen welck peen tegader metten thijns voirscr. die joncfrouwen van Zenwijnen voirscr. uyten voirscr. lande verhalen sollen ende mogen wanneer sij nyet langer beyden en wlllen. Ende Meerten van Hove voirscr. heeft geloeft heren Jacop tot behoeff der pryerinnen ende gemeyns convents der jonckfrouwen van Zenwijnen voirscr. den thijns voirscr. ten ewygen daghen te waren voor allen dieghene die ten recht comen willen uyten lande voirscr. Voert soe sint vorwaerden dat die joncfrouwen van Zenwijnen voirscr. van den thijns voirscr. jaerlicx uutreycken sullen een pont wasse daer men in der kercken van Zenwijnen op sheylichs Cruys altaer bernen ende misse mede doen salle. In oirconde onser litteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tzestich opten veertienden dach der maendt van november. Daccoirdt van de copie mette originale brieven verifficere ick ondergescreven oipenbaer geauctoriseert notaris tsHertogenbossche residerende G. Ruys
(in dorso) nr. 46 (van de kopieen)
1. Wemmer?
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 267 (pag. 264)
18-11-1471. Aerndt Piecke en Haidwin Claesz {1}, schepenen in Deyl, oorkonden, dat Aernt vnd. overdraagt aan jonker
Geraert, heer tot Culenborch, 5 morgen 1 hont land in Eynspick.
Wij Aerndt Piecke ende Haidwin Claes soen scepen in Deijl tugen dat ick Aernt Pieck voirsz.
heb vercoft ende opgedragen voor tweehondert pont gever penninge die ick giede dat mij
betaelt zijn vijf mergen ende een hont lants gelegen inden gericht van Eijnspick tusschen
mij Aernt Piecken voirsz. aen die een sijde ende Floris van Beesd Willems sone aen die
ander zijde Roelof van Groensbeeck tot behoef des edelen joncker Geraerts heer tot Culenborch
in eenen eijgendom sonder thijns ende sonder dijck erffelicken te besitten Ende ick Aernt Pieck voirsz.
heb vertegen op dit lant voirsz. ...
... etc ...
... In orconde onsen litteren gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert eenendetseventich
opten achtienden dach inder maent van November
Regest Nr. 2015 a.
1. Elders: Hardwijn.
Bron: Heren en Graven van Culemborg, inv. 1787 (f. 387) - Regest nr. 2015
06-04-1475. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van een visserij in de Linge en twee hofsteden gelegen te Rumpt door Otto van Asperen van Vueren aan Johan van Weerdenburch, 1475; met als retroakte de akte van transport van de visserij in de Linge door Ott van Gellichem en zijn zoon Ott aan Otto van Asperen van Vueren, 1469.
Wij Arnt Pieck Hermensz ende Ghijsbert Hac? scepen in Deijl tugen dat voir ons comen
is Ot van Asperen van Voern ende heeft vercofft ende opgedragen voyr hondert pont gever
penningen die hij gieden dat hem betaelt sijn die visserij in die Lingen als vander
.....? molen? tot Ghijsbert van Giessens hoofsteyde toe ende noch twee hoofstede
toe? myt hoeren toebehoeren gelegen inden gericht van Romdt aen die een sijde naest
gelegen Ott Ottsz ende Wauter van Roeij aen die ander sijde dijck vrij ende tijns vrij
... Ende noch huysrait ende
alle goit ree ende onree als inden huijs ende op den hoeve is dair? ic Ot van Asperen
van Vueren nu ter tijt op woenafftich byn in enen eijgendom Jan van Weerdenborch
erffelicken te besitten ... etc ...
.... in oirkonde onssen letteren gegeven int jaer
ons heren duijsent vierhondert vijff ende seventich des donredages na beloken paeschen
Transfix.
Hangt aan: 11-06-1469
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2397
11-01-1476. Schuldbekentenissen van Willem de Cock van Neerynen, 1464, 1476. 2 charters.
Wij Wouter van Beesdt ende Gijsbert Holl scepenen in Deijll tugen dat voir ons
comen is Sander Jansz als een saecwout ende Borre Alaertsz als een borg ende
hebben geloeft Aernt van Rie tot behoef Willem die Kock negen alde Franc-
rijcssche scilden ende negen alde braspenninck anderhalve gwilhelmus scilt ...
... etc ...
.... In oirkonde onser litteren gegeven
int jaer ons heren dusent vierhondert ses ende seventich des donredages na den
heiligen dertien dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 571-2
20-06-1476. Akte houdende vonnis van het gerecht van Deil in het proces tussen het kapittel en Bartel Bacx enerzijds en Jan Balckenss. c.s. anderzijds over tiend te Malsen.
Omvang: 1 charter.
Bron: Kapittel van Sint Marie, inv. 883
05-03-1478. Ot van Gellinhem en Ghiisbert Hol, schepenen van Deyl, oorkonden, dat Rutger Jan Hackensz., met Jan Jansz. als borg, belooft aan Jan van Weerdenborch gedurende 9 jaar 10 guldens te zullen betalen.
Oorspr. (Inv. no. 8036), met het zegel van den tweeden oorkonder; dat van den eersten is verloren.
Met een transfix van 1481 September 17. Reg. no. 2292.
Transfix.
Aanhangend: 17-09-1481
Bron: Heren en Graven van Culemborg, inv. 8036 - Regest nr. 2180
10-08-1479. Ghiisbert Hol en Gerit die Jode, schepenen van Deyl, oorkonden, dat Horwinen van Beesd Ot Hackensz. overdraagt aan Gerit, heer tot Culenborch, een huis en hofstad onder Romd genaamd de Riisacker, met 8 hond land, op voorwaarde, dat Ghiisbert van Beesd Ot Hackensz. ermede beleend zal worden.
Wij Gijsbert Hol ende Gerit die Jode scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is Horwijnen
van Beesd Ot Hackensz ende heeft vercoft ende opgedragen voir twehondert pont gever
penningen die hij giede dat hem betailt sijn een huijs ende een hofstadt gelegen inden
gericht van Romd geheijten den Rijsacker aen die een sijde naest gelegen Jan vander
Scoer ende aen die ander sijde naest gelegen Peter Heinricxsz Item noch acht hond lantz
gelegen inden selven gericht t'eijnden die voirsz. hofstadt aen die een sijde naestgelegen
Horwijnen voirsz. ende voirt alle die ghene die daer aen beijden sijden myt recht
naest lantgelegen sijn sonder thijns mit alsulken dijck als daer myt recht toebehoert
Ghijsbert van Beesd Oth Hackensz tot behoef joncker Gerit heer tot Culenborch tot
Weerd ende tot Lienden erffelicken te besitten ende Horwijnen voirsz. verteech op dit
huijs ende hofstadt ende lant voersz. .....
... etc ...
In oirconden onsen litteren Gegeven int jair ons heren dusent vierhondert negen ende tsoventich
op sunte Laurencius dach
Item dese hofstat ende lant heb ick weder beleent Gijsbert van Beesd
a. Oorspr. (Inv. no. 4847); de zegels van de oorkonders zijn verloren
b. Afschrift in Inv. no. 1787, fol. 205 verso
Bron: Heren en Graven van Culemborg, inv. 1787 (f. 205) - Regest nr. 2232
10-10-1480. Akte van schenking, ten overstaan van schepenen van Deil, van veertien hont land gelegen in de nederste nesacker te Rumpt en twee morgen land gelegen in de corte stelt te Gellicum door Aryaen Dercksz. en zijn echtgenote Mechtelt aan de kerk van Gellicum voor het lezen van een wekelijkse mis.
Wij Ott van Gellinchem ende Ghijsbert Hol scepen in Deijl tugen dat voer ons comen sijn Arijaen Dercksz
ende Mechtelt sijn huijsvrou ende hebben gemaeckt ende gegeven ter eren goets veertijen hont lants gelegen
inden gericht van Romd inden Nedersten Nesacker aen die een zijde naest gelegen Sweer van Asperen??
ende aen die ander zijde naest gelegen Peter Wijllemsz erven? Item noch twe mergen lants gelegen inden
gericht van Gellinchem in die Corte Stelt mitter enen eijnde aen die ....stege aen die een zijde naest
gelegen die Cruijsbrueren tot Asperen ende aen die ander zijde naest gelegen die pauselicker? prove? ....
... etc ....
.... In oerconde onssen letteren gegeven int jaer ons heren dusent
vierhondert ende tachtentich op sunte Victoers dach
De tekst is lastig te lezen vanaf een vage film.
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2477
03-12-1480. Akte waarbij Jan van Bommel en zijn echtgenote 'joffer' van Giessen ten overstaan van schepenen van Deil, ten gunste van Johan van Weerdenburch afstand doen (1) van de goederen die Johan van Weerdenburch had gekocht van Ott van Voern, (2) van de goederen die Ot van Asperen van Voern aan Johan van Weerdenburch had gegeven bij het huwelijk met zijn kleindochter Aleijt, (3) van de goederen die Johan van Weerdenburch had gekocht van Ghijsbert en Claes van Haeften gelegen te Rumpt en Deil en (4) van de goederen die Johan van Weerdenburch in leen hield van Ott van Voern.
Wij Henrick van Tuijll Ghijsbertsz ende Gerit die Jode scepen in Deijl tugen dat voir ons comen sijn Jan van Boemel ende
joffer van Giesen sijnre wittefftiger huijsvrouwen ende hebben vertegen op alle alsulck guet als Jan van Weerdenborch
gecofft hefft tegen Ott van Voern het sij erff off reet goet gelijck als die scepen brieff daer vorder aff inhouden die
daer aff gemaeckt sijn die Jan van Weerdenborch voersz. daer aff hefft ende voert op alsulck guet als Ot van
Asperen ende van Voern voersz gegeven hefft Jan van Weerdenborch voersz. myt Aleijt sijnre dochter dochter het sij rede
off onrede leen off eijgen in hylix vorwaerden Item noch hefft Jan van Boemel myt joffer van Giesen sijnre huijsvrou-
wen voersz. op alle alsulcke guet vertegen als Jan van Weerdenborch voersz. gecofft hefft tegen Ghijsbert van Haefften
ende tegen Claes van haefften gelegen inden gericht van Romd ende inder eeninge van Deijl gelijck als die scepen
brieff daer vorder aff inhouden die Jan van Weerdenborch voersz. daer aff hefft ende Jan van Boemel met joffer
van Giesen sijnre huijsvrouwen voersz. geloeffden van allen desen voersz. gueden van hoere wegen een vol waerscap
tot behoeff Jan van Weerdenborch voersz. ... etc ...
...
... Int jaer ons heren dusent vierhondert tachtentich des sonnendages voer sunte Niclaes dach
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 615
17-09-1481. Ott van Gellinchem en Ghiisbert Hol, schepenen van Deyl, oorkonden, dat Jan van Weerdenborch den brief van 1478 Maart 5 (reg. no. 2189), waar deze doorgestoken is, overdraagt ten behoeve van het klooster der "besloten jofferen" te Culenborch.
Datering: 1481 September 17 [op sunte Lambertsdach den heyligen bisscop]
NB: Oorspr. (Inv. no. 8036); de zegels van de oorkonders zijn verloren.
Transfix.
Hangt aan: 05-03-1478
Bron: Heren en Graven van Culemborg, inv. 8036 - Regest nr. 2293
06-11-1483. Schepenen: Gysbert van Haefften, Arnt Pieck Hormenssen, Johan van Hemert, Henrick van Tuyll, Jan die Rover, Wouter van Overrijn, Gherit Arntssen en Ysbaut Herdenssen
Wy Gysbert van Haefften Arnt Pieck Hormenssen Johan van Hemert Henrick van Tuyll Jan die Rover Wouter van Overrijn Gherit Arntssen ende Ysbaut Herdenssen scepen in Deyll wysen myt gevollichder medescepen van Tuyll dat voir ons comen is dair wy mitten gesworen richter ons gnedigen heren des hertogen van Oestenrijck ende van Gelre in Tielreweert in der dingebancken tot Deyll te gedinge geseten waren Ot Lottemssen als momber der joffrau Steven van Rutenborch als reyntmeysters der joncfrouwen van Zendwenden ende son ende bad den gesworen richter voirscr. dat hij ons scepenen voirscr. des vonnisse vermanen soud van der toespraeck Ot Lottemssen als momber voirscr. op Zander van Tuyll ruerende van eenre tyende gelegen in den gericht van Drompt die sij rustelick ende vredelick een lange tijt van jaren beseten hebben na uytwysinge hoer scepenre brieff wairaff wy scepenen voirscr. mit enen goeden beraedt tevoerens gehadt hebben na vragen des gesworen richters voirscr. eendrechtelick gewijst hebben na kond ende wairheyt scepenbrieff ende betoen die wy dairaff gesien hebben die joncfrouwen van Zenwedden in hoir besit dat sij hoir tyend halden sullen ter tijt toe dat wy beter betoen off brieff syen dan wy noch gesien hebben. Ende so hem die joncfrouwen aensprecken van scade so wysen Ivy hem dairaff tot sijner bancken. In orkonde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tachtentich des donredages na Sunte Hubertsdach.
(in dorso) nr. 177. Dat vonnysse van Sander van Tuill van die tienden op Drompt
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 273 (Pag. 275)
22-04-1484. Michael Hessels verkoopt 5 hont land in Drumpt, gelegen tussen Steven Jansz van Eck en Lambert van Eck Stevensz, aan Lambert van Eck voorsz., en overdraagt daarbij 2 oude brieven uit 1465 en 1484, op 2 mei 1610.
Litteris antiqua supra memorate h.... et p.... coram Gherit die Jode et Ghijsbert Hackert schabinis, Jacob Huijgensz vendidit domum etc met vier hont lants ....? tho Deijll inter heredes Arien Olifiersz ab uno ende Jan Roevers ab altere Henrick Willemsz heredit. possiden. cum warandia absoluta et Henricus predictis reddidit Jacobo predicto bona predicta in emphitensis? voir drie goude Overlantse Rijnss gulden annue op Petri ad Cathedram Datum 1465 postridie Petri ad Cathedram {23-2-1465}, et secunda vel transfixa, coram Aernt van Tuijll Reijersz ende Wouter van Beesdt, etc Gerit van Rhijn ende Jan van Rijn vendiderunt litteram predictis Broeder Jan Berntsz ad opus conventus sororum in Culenborch cum warandia absoluta Datum 1484, des donredaechs post Pasche {22-4-1484}.
Bron: ORA Deil, inv. 1092, fol. 94.
Transfix.
Hangt aan: 23-02-1465
Bron: Overigen
1485. Akte waarbij Jacop Jansz., gerechtsbode in de Tielerwaard, ten overstaan van het gerecht van Deil onder ede verklaart te hebben gedagvaard Gysbert van Giessen wegens het onrechtmatig uitgeven van een rente, alsmede Peter van der Meer bastaard die Jonge als getuige in deze zaak.
Bron: Verzameling losse aanwinsten van de Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht (HUA, 802), inv. 388.
Bron: Overigen
15-06-1486. Schepenen: Henrick van Tuyl en Jacop Arntssen
Wij Henrick van Tuyl ende Jacop Arntssen scepen in Deyll tugen dat voir ons comen is Marten Haeffkennssen ende heeft geloefft Dirck Vonck tot behoeff der kosterijen tot Zendwijnen om Gods willen voir die zyell Diercks van Weerdenborch sijnre huysvrou ende sijn kynder thijns enen rijnssche gulden twyntich stuver voir den gulden gerekent genge ende geve off guet ander payment daervoir in gheliker weerden op Sinte-Jansdach te midsomer naestcomende over een jaer ende dairnae alle jair eweliken thijns enen rijnse gulden off payment daervoir als voirscr. is op Sinte-Jansdach te midsomer daernaest comende te betalen ende te boeren uyt enen mergen lants gelegen in den gericht van Wadenoy aen die een sijde naest gelegen die kerck tot Wadenoy ende aen die ander zijde naestgelegen Bartholomeeus van Eck off wye dair myt recht naestgelegen zijn. Ende Merten Hoeffkenssen voirscr. heeft geloefft Dierck Vonck tot behaeff der kosterien tot Zendwijnen voirscr. desen thijns voirscr. ten ewigen daigen te waren voor alle diengene die ten techt comen willen uytten lande voirscr. In orkonde onser litteren. Gegeven int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtentich des donredages nae Sunte-Odulphusdach confessoirs.
Deze copie accordeert mette originale brieven, quod attestor. G. Ruys
(in dorso) Nr. 45 (van de kopieen)
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 266 (Pag. 281)
15-06-1486. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij Gijsbert van Haeften ind Gerit Arntsz scepen in Deijll tugen dat voir
ons comen is Willem van Tuijll ind heeft geloefft Gerit van Emskerck
negen ende twijntich Rijnse gulden twijntich stuver voir elcken Rijnse gulden gere-
kent genge ende geve off guet ander paijment dair voir in geliker
weerden te betalen binnen jairs nae doede joffer Jan van Meteren wedue
selige Gijsberts van Haefften Willem van Tuijll voirss. sijns wijfs moeder
tot onsen lantrecht In oirkonde onssen litteren gegeven Int jair ons heren dusent
vierhondert sesendetachtentich des donredachs na sunte Odulphus dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-1
15-06-1486. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij Gijsbert van Haefften ende Gerit Arntsz scepen in Deijll tugen dat voir ons
comen is Gerit van Rijn ende heefft geloefft Gerit van Emskerck sestien Rijnse
gulden twijntich stuver voir elcken Rijnse gulden gerekent genge ende geve off
guet ander paijment dair voir in geliken weerden to betalen binnen
jairs na doede Joffer Jan van Meteren wedue selige Gijsberts van Haeff-
ten Gerit van Rijn voirsz sijns wijffs moeder tot onsen lantrecht
In oirkonde onssen litteren gegeven Int jair ons heren dusent vierhondert
sesendetachtentich des donredaghs na sunte Odulphus dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-2
04-02-1489. Joest van Haeften en Ghiisbert Holl, schepenen in Deyll, oorkonden, dat Ghisbert van Beesdt overdraagt aan Bartholomeeus van Beesd, ten behoeve van den jonker van Culenborch, 6 morgen land te Roemde op den Riisacker.
Wij Joest van Haeften ende Ghisbert Holl scepenen in Deijll tuijgen dat
voer ons comen is Ghisbert van Beesdt ende heeft vercoft ende opgedragen
voer hondert pont gever pennyngen die hij giede dat hem betailt
sijn sess mergen landtz gelegen inden gericht van Roemde opten Rijsacker
tusschen allen den ghene die daer all om myt recht naestlandt
gelegen sijn Bartholomeeus van Beesd tot behoef mijn joncheren van
Culenborch in eenen eijgendom erfliken te besitten ende Ghisbert van
Beesd voirsz verteech op dit landt voirsz. Hij geloefden dair op doen te vertijen
alle die ghene die daer myt recht op vertijen sullen ...
.... etc ...
Int jaer ons heren duijsent vyerhondert negen ende tachtentich des woensdaichs
nae onser liever vrauwen dach purificatio
Regest: 2445 a.
Bron: Heren en Graven van Culemborg, inv. 1787 (f. 138) - Regest nr. 2445
1490. Akte waarbij Katherijn, bastaarddochter van Herberen van Emskerck, 1 1/2 morgen land onder Malsen, gend. Knopboutsacker, aan haar vader vnd. voor zijn leven verhuurt, 1490. 1 charter.
Wij Jan van Meteren ind Jan Meijnaert Jansz scepenen in Deijll tugen
dat voir ons comen is Katherijn bastart dochter Herberens van
Emskerck ende heeft verhuert ende uijtgegeven achtenhalven mergen
lants inden gericht van Malsen gelegen geheiten Knopbouts Acker
tusschen Jan van Arkel bastairt aen die een side ende die joffer
van Bellichoven? aen die ander side Herberen van Emskerck hoeren va-
der alsoe lange hij hij leven? sal ende niet langher ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1890
28-10-1490. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van tien en een halve hont land gelegen aan de Cleyn Stege te Rumpt door Thonis Woutersz. aan Johan van Weerdenburch, 1490; met als retroakte de akte van beslaglegging op en transport van dit land aan Thonis Woutersz.
Wij Hermen Pieck ende Jan Meynart Jansz scepen in Deil tugen dat voir ons
comen is die ghesworen bode ons heren van Ghelre in Tielreweert ende heeft ghe-
ghiedt dat hij ghemaent heeft van wegen Jans van Weerdenburch .....?
die Veer? of wie myt recht besitter is van ylftalf hont lants inden ghe-
richt van Roemde ghelegen aen die Cleyn Stege ...
.... etc ...
.... Dair nae tugen wij dat wij dair oever gheweest hebben dat Jan
van Weerdenborch voirscr. ghericht is overmits den ghesworen richter ons heren
van Ghelre in Tielreweert tot allen recht in dat lant voirsz. van den tijns voirscr.
die Jan van Weerdenborch voirsz. onthanden ende niet betaelt en is .. etc ....
....
dat gesciede int jair ons heren dusent vierhondert ende tnegentich des manendaechs
voir sente Laurens dach Daer nae wij Hermen Pieck ende Hermen vanden Steenhuis sce-
pen in Deil tugen dat voir ons comen is die ghesworen bode voirsz. ende heeft ghe-
ghiedt dat hij verboden heeft als recht is drie sonnendage ten rechten misse tijt inden
kercke van Roemd dat goet voirsz. inden ghericht van Roemde ghelegen Dat dat
te vercopen were overmits Jan van Weerdenborch voirsz. vanden tijns voirsz. Daer nae tugen wij
dat voir ons comen is Jan van Weerdenborch voirsz. ende heeft vercoft nae allen formen
ende manieren gelijck als ons lantrecht eijst ende wijst dat goet voirsz. inden gherichte
van Roemde gelegen ende dat aldaer verboden is als recht is vanden tijns voirsz. die hem
onthanden ende niet betaelt en is Thonis Woutersz te hebben ende te besitten ...
.... etc ...
ons heren dusent vier hondt ende tnegentich op sente Symons ende sende Judas
dach Apostelen
Met beide zegels.
Transfix.
Aanhangend: 29-10-1490
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2406
29-10-1490. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van tien en een halve hont land gelegen aan de Cleyn Stege te Rumpt door Thonis Woutersz. aan Johan van Weerdenburch, 1490; met als retroakte de akte van beslaglegging op en transport van dit land aan Thonis Woutersz.
Wij Hermen Pieck ende Hermen vande Steenhuis scepen in
Deijl tugen dat voir ons comen is Thonis Woutersz ende heeft ver-
coft ende opgedragen voir tyen pont ghever penningen die hij
ghiede dat hem betaelt sijn den brief daer desen teghenwoir-
dighen brief doirsteken is ende allet ghehaut des briefs voir-
scr. als dair in ghescr. steet Jan van Weerdenborch erfliken
te besitten Ende Thonis voirsz. verteech opten brief ende op tge-
haut des briefs voirsz. tot behoef Jans van Weerdenborchs
voirsz. hij geloefden oick van sijnre wegen alle voirplicht afte
doen vanden selven In oirconde onser litteren gegeven int jair
ons heren dusent vierhondert tnegentich des anderen dages {1}
1. De datum staat niet op film, maar is waarschijnlijk de dag na de transfix.
Met beide zegels.
Transfix.
Hangt aan: 28-10-1490
Aanhangend: 1491
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2406
1491. Akte, waarbij schepenen van Deil verklaren dat Johan van Weerdenburch de akte die met deze akte getransfigeerd is overdraagt aan Cornelis Jansz.
Schepenen: Hermen Pieck en Jan Meijnart Jansz
Transfix.
Hangt aan: 29-10-1490
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2407
17-06-1491. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij Gherbrandt van Emskerck ende Gerit .... {arnts?} scepen in Deijll .....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-3
23-08-1492. Acte van eigendomsoverdracht aan de commandeur van Tiel van een huis en hofstede met 8 hont land, gelegen naast het Vloedorpse goed, en nog een hoeve aan de gemene steeg, alles onder Drumpt en geheten het Binnewelt.
Wij Frederick van Hemert ende Gerit van Sthenhuis scepen en Deijl tugen dat voer ons comen
Jan Wemmer Moestertsz myt Gerit Moestert sijn momber ende heeft voercoeft ende opgedraghen voer
twe hondert pont gever penninge die sij giede dat hoem betaelt sijn een huijs ende hoestat myt
acht hont lands boven naest gelegen Ghijsbert Fredericksz beneden dat Vloedorpsche goet ende noch enen
hoeff streckende beneven die gemeijn stech gelegen inden gerich van Drumpt geheiten dat Bin-
newelt dick vrij ende mitten thijns die daer myt recht uijt ghet heer Goessen van Rossem
commantur tot Tyel erffelike tebesitten ende Jan Moestert myt sine momber voersz vertegen op dit
vercoefte goet voersz. ende geloefde daer op doen te vertien allen die gene die daer myt recht op
vertien sullen ... etc ...
... Hier in is Willem Wemmersz ende Arnt Wemmersz eerff waerborch
ende sij geloeven oeck voer dat on mundige kynt dat daer is dat dat vertijen sal tot
sijnen daghen In orconde onser litteren gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert ende
twe ende tnegentich des donredachs voer sunte Bartholomeus dach
Met beide zegels.
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2838
31-05-1494. Acte van eigendomsoverdracht aan de commandeur van Tiel, te behoeve van zijn natuurlijke zoon Willem, van een jaarlijkse tins van 2 rijnse guldens gaande uit 3 1/2 morgen land onder Drumpt naast de kosterij. Met de tinsbrief.
Wij Herman van Sthenhus ende Ghisbert Hac scepen in Deijl tugen dat voer ons comen is Henrick Qwee-
kel ende heeft geloeft Marij Henrickx dochter van Doede Weerd thijns twe Rijnsche gulden tweintich stuvers
in tijt der betalinge voer elcken Rijnsche gulden voersz. goet ende geve off ander goet payment ingeliker
weerde daer voer op sunte Petronelle dach naestcomende .... etc ...
... der voersz. Mariken Henrickx dochter van Doede Weerd ewelicken te betalen ...
.... uijt vierdenhalven mergen lands gelegen inden gericht van Drumpt thijns ende dijck vrij
tuschen die coesterij van Drumpt aen die een side ende Willem Wemmersz aen die ander seijde
.... etc ...
.... In orconde onser litteren gegeven int jaer
ons heren dusent vierhondert vier ende tnegentich op sunte Petronelle dach
Met beide zegels.
Transfix.
Aanhangend: 23-04-1499
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 3020-0.2
13-11-1494. Jan van Meteren heeft verkocht voor 10 pond gever penningen den brief, waarmede dezen brief doorstoken is, aan joffer Margriet van Diepenbroeck.
Ten overstaan van Gherrebrant van Eijmskerck en Henrick van Tuil, schepenen van Deijl, 1494 november 13 (Sunt Bricciusdach). 1 charter
N.B. Op perkament, het uithangende zegel in groen was van den negende schepen {1} is aanwezig, dat van den tweede is afgevallen.
De bedoelde transfixbrief ontbreekt, zie inv.nr. 111.
Bron: Huis Middachten (RAG, 0522), inv. 112.
1. Dat zal moeten zijn: de eerste schepen.
Bron: Overigen
13-11-1494. Ten verzoek van joffer Margriet van Diepenbroek worden de goederen van Rutger Jan Hackens, gelegen in de eninge van Deijl, in het gericht van Meteren, gerichtelijk verkocht, wegens een schuld aan haar van 23 oude schilden, 1½ rijnsche gulden current voor elk schild gerekend, en toegewezen aan Jan van Meteren, terwijl joffer Margriet van Diepenbroick "hoer gebreke dat sij hedde aen Rutger Jan Hackensz verhalen sal en mach aan benen ende schenen Rutger Jan Hackensz en voert aen alle guets dat hij namaels hebben ende crigen mach ten ewijgen dagen".
Ten overstaan van Henrick van Tuil, Floris van Tuil, Gerrebrant van Eijmskerck en Henrick van Tuil, schepenen van Deijl, 1494 november 13 (Sunte Bricciusdach). 1 charter
N.B. Op perkament, van de 4 uithangende schepenzegels zijn nog aanwezig in groen was, die van den tweeden en derden schepen.
Bron: Huis Middachten (RAG, 0522), inv. 111.
Bron: Overigen
09-08-1495. Akte waarbij Johan II van Weerdenburch, ten overstaan van schepenen van Deil, afstand doet van alle rechten op goederen uit de nalatenschap van Marij, dochter van Belij van Weerdenburch en Jan van Vueren, gelegen te Deil en in de Tielerwaard ten gunste van Belij van Weerdenburch.
Wy Jan van Metteren ende Ghisbert Hac scepen in Deyl tughen dat voer ons comen is Jan van Weerdenbo-
rch Jansz ende heeft vertegen naeden lantrecht opt graeft in Tielreweert inder bancken van Deyl ende
inden enynge van Deyl op allen eijgen gueden rede ende onrede die joffer Bely van Weerdenborch
siinre suster aen bestorven waeren van hoere dochter Marij die sij had by Jan van Voern ende die
selleff guede die hercomen sijn van Jan van Voern voerss. ende sijn alderen ende joffer Bely voerss. die
selleff guede op mij geerft solde hebbe voerss. naden lantrecht soe vertij ick Jan van Weerdenborch
voerss. daer op ende daer nyet aff te heffen noch te bueren te stieten? noch te genyeten noch ingeven? sculden
off in testamente gehalden wesen en will yet daer aff te betalen beheltelicken ende uytgescij-
den der medegaven ende vrouwelicken cleynnoten die my suster Bely voerss. aen Jan
van Voeren gebracht heeft na vermochen der heylixvoerwaerden die daer aff
gemaeckt syn. In oerconde onser litteren gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert
vyff ende tnegentich op sunte Lauwrens avont
Onigineel op perkament met 2 aanhangende zegels.
Zie ook De Navorscher, 1923, pag. 205.
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 617
03-03-1498. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Wemmer van Kuijck ende Jan Pieck scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is die gesworen boede onssen
here van Gelre in Tielreweert ende heeft gegiet dat hij gemaent heeft van wegen heren Willem Hac priester erffgenamen Jans
Kockx van Nederijnen Willemsz off wie met recht besitter is van twelleff mergen lands gelegen inden gericht van Meteren geheiten?
Francken? hoefstat van thijns ende pene die daer met recht op gewassen is ....
...
vercopen tot onsen lantrecht Dit gesciede int jaer ons heren dusent vierhondert soeven ende tnegentich op sunte Bonifacius avont {4-6-1497}
Daer na Herberen van Eymskerck ende Jacop Arntsz .... comen? is die gesworen boede voersz. ende heeft gegiet dat hij verboden heeft
als recht is drie sonnendage ter recht misse tijt inder kercke van Meteren dit lant off guet dat inden gericht van
Metteren gelegen is dat dat te vercopen were overmits heren Willem Hac priester voersz. ...
..... Daer na tugen wij dat voer ons comen is heren Willem priester voersz.
ende heeft vercoeft na alle formen ende manierengelijck als ons lantrecht eijscht ....
....
.... .... int iaer ons heren dusent vierhondert achtendne
gentich opten dordendach inden mart
Zegels af.
Transfix.
Aanhangend: 04-03-1498
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-1
04-03-1498. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Herberen van Eymskerck ende Jacob Arntssoen scepen in Deyl .....
Transfix.
Hangt aan: 03-03-1498
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-2
23-04-1499. Acte van eigendomsoverdracht aan de commandeur van Tiel, te behoeve van zijn natuurlijke zoon Willem, van een jaarlijkse tins van 2 rijnse guldens gaande uit 3 1/2 morgen land onder Drumpt naast de kosterij. Met de tinsbrief.
Wij Jan van Metteren ende Herberen van Eymskerck scepen in Deijl tugen dat voer ons comen is Alaert Bartholomeusz
ende heeft vercoeft ende opgedragen voer vijftich pont gever penninge die hij giede dat hom betaelt sijn den brieff
daer desen tegenwoerdigen brieff doerstecken is ende allet tgehout des brieffs als daer in gescreven steet
heren Goessen van Roessem commentur tot Tiele tot behoeff Willem sijn naturlike soen erfliken te besitten ende
Alaert voersz. vertech opten brieff ende op tgehout des brieffs voersz ende geloefde daer op doen te vertij-
en alle die gene die daer met recht op vertijen sullen ende heeft oeck geloeft voer Jan van Wees
sijnen brueder dat hij vertijen sall tot over tijden dat hij te lande compt ... etc ...
... hier aff is erff
waerborch heren Pauwels Jansz priester pastoir tot Drumpt Ende weert saecke dat Willem heren Goessen
sijn naturlike soon voersz. stoerff sonder wittftichge blikende geboerte soe salt weder erven ende besterven
op heren Goessen van Roessem voersz off op sijn erven Die superscripci Dagen koeren wij goet In
orconde onser litteren Gegeven int jaer ons heren ....
Transfix.
Hangt aan: 31-05-1494
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 3020-0.1
17-10-1499. Akte waarbij schepenen van Deil de rechten van Arnt Goevertsz., bezitter van de vicarie op het St. Katharina-altaar te Asperen, op tien morgen land gelegen te Gellicum bevestigen, 1499, 1 charter
Wij Jan van Metteren Herberen van Eymskerck {1} Jan Pieck Hanrick van Brienen Claes Pieck Floris van Tuil Jacop Ariensz
ende Stees Woutersz scepenen in Deijl tugen dat voerden geswoeren richter ons heren van Gelre in Tielreweert daer wij mede
inden dinghbancken tot Deijl te gedinge te geseten waeren comen sijn heren meyster Arnt Goevertsz priester van der
ener sijden ende Brant Gerebrantsz aen die ander sijde ende sonnen ende baeden den geswoeren richter voersz.
dat hij ons scepenen voirsz. dat vonnisse vermaenden dat wij van hoeren? wegen onder hedden? Alsoe
dese partijen voirsz. gedinget hebben voer ons scepenen voersz off dan scepen eerff brieff die meister Arnt Govertsz
voirsz. heeft aentreffende siinre vicar.... sunte Katharinen altaer binnen Asperen inhaldende twe campen lants om-
trent tien mergen lands gelegen inden gericht van Gelchom .... etc ...
....
onser litteren gegeven int jair ons heren dusent vierhondert negenendetnegentich des donredachs na sunte
Victoers dach {2}
1. Met alle zegels behalve van Herberen.
2. De datum is eigenaardig want Victoer valt op een donderdag dus het is precies een week later.
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2616
28-11-1499. Eigendomsbewijs voor Brant Gererbrants de jonge van de 2 1/2 morgen land van Jan van Vuern gelegen in het gericht van Gelchym, afkomstig van Cornelis Geritse. Met de akte van imaginaire verkoop van dit perceel aan Cornelis Gheritss. na een procedure wegens een schuldvordering van de erven van Brant Gererbrants op Jan van Vuern.
Wij Henrick van Brienen ende Stees Woutersz scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is die gesworen bode ons heren van Gelre ...
... dat hij gemaent heeft van wegen Brant Gererbrantsz erfgenamen Jans van Vuern van waerscappen?...
.... Dit gesciede int jair ons
heren dusent vierhondert negen ende tnegentich des donredachs na sunte Katharinen dach {28-11-1499}. Daer na wij Claes Pieck
ende Floris van Tuil scepen in Deijl tugen dat voer ons comen is die gesworen bode voirsz ...
.... inder kercken van Romd alle .... erfgenamen Jans
van Vuern voersz inden gericht van Romd gelegen dat dat te vercopen were voer tgebrecke van der geloeften van der
waerscapen overmits Brant Gerebrantsz voersz ...
.... Cornelis Geritsz te hebben ende te besitten ...
... Int jair ons heren dusent viffhondert des donredachs
....
Bron: Familie Van Tuyll van Bulckestein , inv. 64-1
1500. Eigendomsbewijs voor Brant Gererbrants de jonge van de 2 1/2 morgen land van Jan van Vuern gelegen in het gericht van Gelchym, afkomstig van Cornelis Geritse. Met de akte van imaginaire verkoop van dit perceel aan Cornelis Gheritss. na een procedure wegens een schuldvordering van de erven van Brant Gererbrants op Jan van Vuern.
Wij Claes Pieck ende Floris van Tuil scepen in Deijl tugen dat voer ons comen is Cornelis Geritsz ende heeft vercoeft ...
den brieff daer desen tegenwoerdigen brieff
doerstecken is ...
... Brant Geerebrantsz die jongh erflicken the besitten ...
.... Int jair ons heren dusent viffhondert des vriedachs
....
Bron: Familie Van Tuyll van Bulckestein , inv. 64-2
1500. Eigendomsbewijs voor Brant Gererbrants de jonge van de 2 1/2 morgen land van Jan van Vuern gelegen in het gericht van Gelchym, afkomstig van Cornelis Geritse. Met de akte van imaginaire verkoop van dit perceel aan Cornelis Gheritss. na een procedure wegens een schuldvordering van de erven van Brant Gererbrants op Jan van Vuern.
Wij Henrick van Brienen ende Stees Woutersz scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is die gesworen bode ons heren van Gelre ...
... dat hij gemaent heeft van wegen Brant Gererbrantsz erfgenamen Jans van Vuern van waerscappen?...
.... Dit gesciede int jair ons
heren dusent vierhondert negen ende tnegentich des donredachs na sunte Katharinen dach {28-11-1499}. Daer na wij Claes Pieck
ende Floris van Tuil scepen in Deijl tugen dat voer ons comen is die gesworen bode voirsz ...
.... inder kercken van Romd alle .... erfgenamen Jans
van Vuern voersz inden gericht van Romd gelegen dat dat te vercopen were voer tgebrecke van der geloeften van der
waerscapen overmits Brant Gerebrantsz voersz ...
.... Cornelis Geritsz te hebben ende te besitten ...
... Int jair ons heren dusent viffhondert des donredachs
....
Bron: Familie Van Tuyll van Bulckestein , inv. 64-1
23-08-1500. Akte waarbij Arnt die Kock Willemsz. aan zijn broeder Ghisbert die Kock Willemsz. de jonge een tyns belooft, gaande uit 6 morgen land te Wadenoyen op de Brenwaart, 1500. Met oudere akten betreffende het onderpand en andere goederen aldaar, 1454. 3 charters.
Wij Frederick van Hemert ind Hermen van Steenhuijs scepen in Deijll tugen dat voer ons
comen is Arnt die Kock Willemsz ende heeft geloeft Ghisbert die Kock Willemsz die jonghe
sinen brueder thijns vijff rijnsche gulden ...
... uijt sess mergen lands gelegen inden gericht van Wadenoijen opten Breuwaert tuscen Corstijn
Roevers aen die een sijde ende Frederick van Hemert voersz aen die ander sijde ...
....
1500, St Bartholomeus avont
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1926-3
26-11-1500. Schepenen: Frederick van Hemert en Hermen van Steenhus
Wij Frederick van Hemert ind Hermen van Steenhus scepen in Deyl tugen dat voer ons comen is Alaert Jansoin ende heeft vercoeft ind opgedragen voer twehondert pont gever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn ses mergen lands gelegen in den gericht van Malssen geheiten die Hemersche Hoefstat tuscen Willem Fallikensoen aen die een sijde ind Cornelis Diricksoen aen die ander sijde off wie met recht daernast lantgelegen sijn Willem Fallikensen in enen eygendom sonder tijns uytgenomen den tijns die die joncfrouwen van Zenwijnen daeruyt hebben ind met vierdalleff roy dickx gelegen tegen Jan Raets goet boven nast gedickt Mechtelt Lamers met negen royen ind beneden Bartholomeus van Eck? sestalleff roy dickxs erflicken the hebben ind te besitten. Ind Alaert Jansen voirscr. vertech op dit vercoifte lant voirscr. ind geloefden daerop doen the vertijen alle diegene die daer met recht op vertijen sullen. Hij geloefde ock Willem Fallikensoen vurscr. dit vercoefte lant voerscr. the waren jair ind dach als recht is tegen alle diegene die ten recht comen willen ind alle voerplicht aff te doen van denselven. In oerconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vifhondert des donredachs na Sunte-Katherinendach maghet.
(in dorso) nr. 148
Willem Fallikensen
Malsen den Hemertsen hofstat
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 180 (Pag. 288)
10-06-1502. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van de goederen van Cornelis Jansz., gelegen te Deil en Rumpt door Dirck van de Pol aan Johan van Weerdenburch, 1502; met als retroakte de akte van beslaglegging op en transport van dit land aan Dirck van de Pol.
Wij Handrick van Brienen ende Lambert vander/n Steege scepen in Deijl tugen dat voer ons comen is die gesworen bode ons heren van Gelre
in Tielreweert ende heeft gegiet dat hij gemaent heeft van weegen Jan van Weerdenborch Cornelis Jansz off wie met recht besitter
is ende allen sinen guederen die hij heeft inden enynge van Deijl ende inden gericht van Romd gelegen van tijns ...
...
.... daer na tugen wij dat wij daer over geweest hebben dat?
Jan van Weerdenborch voirsz. gericht is overmits den gesworen richter ....
.... Dit gesciede int jair ons heren dusent vifhondert
ende twe opten twyntichsten dach inden april Daer na wij Floris van Tuel ende Willem Boeninge scepen in Deijl tugen
dat voer ons comen is die geswoeren bode voirsz. ende heeft gegiet dat hij verboden heeft als recht is drie
sonnedage tot rechten misse tijt inden kercken van Romd ....
..... Daer na tugen wij dat voer ons comen is Jan van Weer-
denborch voersz. ende heeft vercoeft na alle formen ende manieren gelick als ons lantrecht eyscht ende wijst dat guet
voersz .... Dirick vanden Pol voer den
onthanden tijns ende pene voersz. the hebben ende te besitten ....
...
... In oirconde onser litteren gegeven Int jair ons heren dusent vifhondert ende twe opten
tienden dach in junio
Transfix.
Aanhangend: 11-06-1502
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2408
11-06-1502. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van de goederen van Cornelis Jansz., gelegen te Deil en Rumpt door Dirck van de Pol aan Johan van Weerdenburch, 1502; met als retroakte de akte van beslaglegging op en transport van dit land aan Dirck van de Pol.
Wij Floris van Tuijll ende Willem Boeninge scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is Dirck vanden Pol
ende heeft vercoeft ende opgedragen voer tien pont gever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn den
brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doersteken is ende allet tgehaut des brieffs als daer in
gescreven steet Jan van Weerdenborch erfliken te besitten ende Dirick vanden Pol voirsz. verteech opten
brieff ende op tgehaut des brieffs voirsz. tot behoeff Jan van Weerdenborch voirsz. ende geloefde van
siinre weegen alle voirplich aff te doen vanden selven In oirconde onser litteren gegeven int jaer
ons heren dusent vifhondert ende twe opten yelleften dach in junio
Transfix.
Hangt aan: 10-06-1502
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2408
26-11-1502. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij Herberen van Eijmskerck ende Willem Fallikens scepen in Deijll ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-5
27-11-1502. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij Herberen van Eijmskerck ende Willem Fallikens scepen in Deijll ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-6
16-02-1503. Akte waarbij Dirick van den Poll overdraagt aan joncfr. Jan van Beest, weduwe Van Eymskerck, een verwinbrief op de goederen van de erfgenamen van Gerit van Rijn, gelegen onder Malsen, 1503. Met de verwinbrief, 1503, en beslagbrieven van 1504 en 1507. 4 charters, waarvan 2 getransfigeerd.
Wij Herberen van Eijmskerck ende Willem Boeninge scepenen in Deijl tugen dat voer ons comen is die gesworen boede ons
heren van Gelre in Tielreweert ind heeft gegiet dat hij gemaant heeft van weegen joncfrou Jan van Beest weduwe van Eymskerck
erfg. Gerits van Rijn ind Joest van Tuil als een voecht sijns wijffs van tgebreck den joncfrou van Eymskerck vursz. heeft
van sestien Rijnsche gulden current genge ind geve die die vurg. sculder joncfrou van Eymskerck sculdich waren
ind Gerit van Rijn geloeft had in enen scepenen brieve van Deijl gelick als die inhalt die daer aff gemaect is Daer
na tugen wij dat wij daer overgeweest hebben daer joncfrou van Eymskerck vursz. gericht is overmits den gesworen
richter ons heren van Gelre in Tielreweert tot allen recht in alle guets Joest van Tuil ind erfg. Gerits van Rijn vursz.
inden gericht van Malssen gelegen voer tgebreck vanden gelde ....
... etc ...
.... Dit gesciede
int jair ons heren dusent vifhondert ind twe op sunte Victoers dach {10-10-1502} Daer na wij Willem Fallikensz ind Willem
Boeninge scepen in Deijll tugen dat voer ons comen is die gesworen boede vursz. ind heeft gegiet dat hij verboden
heeft als recht is drie sonnedage tot rechten mysse tijt inden kercken van Malssen alle guets den erfg.
vursz. inden gericht van Malssen gelegen dat dat te vercopen were ....
... etc ...
.... Dirick vanden
Poll te hebben ind te besitten ...
...
Transfix.
Aanhangend: 17-02-1503
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1885-1
17-02-1503. Akte waarbij Dirick van den Poll overdraagt aan joncfr. Jan van Beest, weduwe Van Eymskerck, een verwinbrief op de goederen van de erfgenamen van Gerit van Rijn, gelegen onder Malsen, 1503. Met de verwinbrief, 1503, en beslagbrieven van 1504 en 1507. 4 charters, waarvan 2 getransfigeerd.
Wij Willem Fallikensz ind Willem Boeninge scepen in Deijl tugen dat voer ons comen is Dirick vanden Poll
ind heeft vercoft ind opgedragen voer tien pont gever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn die
brieff daer desen tegenwoerdighen brieff doerstecken is ...
... joncfrou Jan van Eymskerck erflicken te besitten ende Dirck vanden Poll voirsz. verteech opten brieff
ind op tgehout des brieffs vursz. ...
... In orconde onser letteren gegeven int jair ons heren dusent vifhondert
ind drie des vridachs na sunte Valentins dach
Transfix.
Hangt aan: 16-02-1503
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1885-2
06-02-1504. Akte waarbij Dirick van den Poll overdraagt aan joncfr. Jan van Beest, weduwe Van Eymskerck, een verwinbrief op de goederen van de erfgenamen van Gerit van Rijn, gelegen onder Malsen, 1503. Met de verwinbrief, 1503, en beslagbrieven van 1504 en 1507. 4 charters, waarvan 2 getransfigeerd.
Wij Herberen van Eijmskerck ende Claes Pieck scepenen in Deijl tugen dat voir
ons comen is joncfrau Jan van Beest weduwe van Eijmskerck ind heeft be-
stoirt all alsullike coipbrieff als sij heeft op Joest van Tuul als een
momber sijns wijfs ind erfgenaem Gerits van Rijn In oirconde onser litteren
gegeven int jair ons heren dusent vifhondert ind vier des dinxsdachs
na onser liever vrouwen lichmis dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1885-3
06-05-1506. Herm. vom Steenhuys und Ghijsbert Hac Schöffen zu Deyl beurkunden, dass Jan von Rossem und seine Frau Johanna Tochter Peters von Hemert eine ,boudinge’ im Gerichte Wadenoeyen dem Junker Wilh. von Rossem Herrn zu Zoelen um 5000 Lb ... verkauft haben.
Orig. Perg, mit 2 anhgdn. Siegeln, 1: drei Löwen übereinander, 2: drei Adler (2:1) ghijsbert hack.
Bron: Das Gräflich Von Mirbach‘sche Archiv zu Harff, nr. 887 (Rossum 1).
Gepubliceerd in:
Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein, insbesondere die alte Erzdiöcese Köln, nr. 57 (1894), Zweiter Band (1431-1599).
Bron: Overigen
20-01-1507. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij Johan van Meteren ende Henrick van Brienen scepen in Deijll ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-7
20-01-1507. Akte waarbij Dirick van den Poll overdraagt aan joncfr. Jan van Beest, weduwe Van Eymskerck, een verwinbrief op de goederen van de erfgenamen van Gerit van Rijn, gelegen onder Malsen, 1503. Met de verwinbrief, 1503, en beslagbrieven van 1504 en 1507. 4 charters, waarvan 2 getransfigeerd.
Wij Johan van Meteren ende Hanrick van Brienen scepenen in Deijll tugen dat
voir ons comen is Herberen van Emskerck als mommer sijnre moeder ende heft
bestoirt alsulke coepbrieff ende rechtvorderinge als he heft op Gerit van
Rijns erven ende op na gelaten weduwe Joist van Tuijll In oirconde onser litteren
gegeven int jaer ons heren dusent vijffhondert ende seven op sunte Bastiaens dach
Zegels af.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1885-4
16-01-1508. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij Hanrick van Brienen ende Jan Schoeck Hanricksz scepen in Deijll ...
.... St Anthonis avond
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-8
16-01-1508. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij Hanrick van Brienen ende Jan Schoeck Hanricksz scepen in Deijll tugen dat voir ons
comen is Herberen van Emskerck als mommer sijnre moeder ende heft bestoirt alsulke
coep brieff ende recht vorderinge als hij heft op Gerit van Rijns erven ende op nagelaten
wedue Joest van Tuijll In oirconde onser letteren gegeven int jair ons heren dusent vijff
hondert ende acht op sunte Anthonis avont
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-9
18-12-1508. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Vrederick van Hemert ende Jan Schoeck Henricksse scepen in Deyll ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-3
18-12-1508. Akten waarbij Herberen van Eemskerck zijn moeder Janne, weduwe van Gherit van Eemskerck de lijftocht geeft van al zijn goederen, en bepaalt, dat deze na zijn dood komen zullen aan Janna, vrouw van Ghijsbert de Kock, zijn zuster, behalve 6 morgen leengoed, door hem aan zijn natuurlijke zoon Gherit gemaakt, 1508. 2 charters
Wij Vrederick van Hemert ende Jan Schoeck Henricksz {1} scepenen in Deijll tugen dat voir ons comen is Herberen
van Emskerck ende heft gemaeckt na sijnder doet joffrou Janne van Besd weduwe Gerit van Emskerck
selliger gedachten sijnre moeder alle erffenis ende guet rede ende onrede wair dat dat gelegen is dair Herberen
voirsz. in gerechticht macch wesen in enniger manieren uut gescheijden tien mergen lants gelegen inden ge-
richt van Malssen ende van Meteren die Herberen voirsz voir uut gemaeckt heft Gerit sijnen natuerlicken soen gelij-
ck dieen schepenen brieff van Deijll dat in helt die dair aff gemaeckt is dat joffrou Janne voirsz. alle
die guede voirsz. gebruken sal ende mach ...
1. NB. in inv. 567-1 heet hij: Jonghe Jan Scoeck Henricxsoen.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 567-2
18-12-1508. Akte waarbij Herberen van Eemskerck bepaalt, dat Ghijsbert de Kock Willemsz. de oude namens zijn vrouw al zijn goederen onder Deil zal hebben, uitgezonderd 10 morgen leengoed onder Borchmalsen en Meteren, die zijn natuurlijke zoon zal krijgen, 1508. 1 charter
Wij Frederick van Hemert ende Jan Schoeck Henricksz scepenen in Deijll tugen dat voir ons comen is
Herberen van Emskerck ende heft gemaeckt ende begert met believen sijner moeder joffrou Jan van Besd
weduwe Gerit van Emskerck selliger gedechten dat Ghijsbert de Koeck Willemsz den alden alle die
gueden die gelegen sijn inder enichs van Deijll dair Herberen van Emskerck voirsz. in sijnre leven in
gerechticht heft gewest ende toe behoirt hebben ende met recht beseten heft dat Ghijsbert die Koeck
voirsz. alle die guede besitten en gebruken sal als een mommer sijnre huijsvrouwen joffrou Jan
Herberen van Emskerck voirsz. suster uut genomen tien mergen eijgens lans ende zes mergen leens gelegen
inden gericht van Borchmalssen ende van Meteren ende inden enichs van Deyll die Herberen voirsz. sinen
natuerlicken soen gemackt heft gelick dieen schepenen brieff van Deijll dat in helt die dair aff
gemaeckt is Ende dit is Herberen voirsz. sijn begeren gewest dat Ghijsbert voirsz. na sijnre doet
alle dese guede besitten ende gebruken sall sonder iemens wederseggen behelteliken joffrou Jan van Besd
weduwe voirsz. hoirre tuchten na ingehaut hoirre tucht brieven die dair aff gemaeckt sijn
alle d....ck? sonder erch ende list In oirconde onser letteren gegeven Int jair ons heren dusent wijff
hondert ende acht opten achtenden {1} dach inder maent decembris
1. verschrijving voor 'achtienden'.
Het regest vergeet het leengoet te vermelden.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 568
1509. Akte waarbij heer Dirck van der Heyen, priester en biechtvader van het jofferenconvent van St. Ceciliën binnen Tiel, en zuster Katherijn van den Pol, procuratrice van dit convent, namens het klooster ten behoeve van Ghijsbert van Tuyl afstand doen van alle goederen in het gericht van Deyl, die Dircken van Tuyl, hun medejoffer, geërfd heeft van haar moeder Otten, wijlen de vrouw van Willem van Tuyl, en door het overlijden van Willem van Tuyl, haar vader, erven zal.
In dorso o.a. "den verthychbryef van mijn suster int cloester"
Wij Floris van Tuijl ende Willem Boeninge scepen in Deijl tugen dat voir ons comen
sijn heren Dirck vander Heijen priester als pater ende confessoer des cloesters ende ge...
convents der Jofferen van Sunte Cecilien bynnen Tiel van sunte Augustijns oerde
ende suster Katherijn vanden Pol procuraester des selven cloesters ende convents voirsz
met horen gecoren momber als volmechtich des cloesters ende convents voirsz ende
hebben inden name ende van wegen der priorissen metten gemeijnen jofferen des cloes-
ters ende convents voirsz vertegen op alle erffenissen thijnsen ende goederen rede ende on-
rede ruerende ende onruerende als der priorinnen ende gemeijnen jofferen des cloes-
ters ende convents voirsz van wegen joffer Dircken van Tuijl hoire? professide mede
joffer overmits dode joffer Otten wilneer echte huijsfrou was Willems van Tuijl
joffer Dircken moeder voirtsz aen bestorven is ende na dode Willems van Tuijl joffer
Dircken vader met recht aenbesterven mach inder eningen van Deijl gelegen tot
behoeff Ghijsbert van Tuijll erffeliken te hebben ende te besitten. ...
... Int jair ons heren dusent vijfhondert ende negen des vridages na der heijligen
....
Bron: Familie Van Tuyll van Bulckestein , inv. 36
24-06-1513. Belofte van Herman van Steenhuys om de commandeur van Tiel te waren aan 2 morgen land op Grebersakker onder Hemert.
Wij Frederick van Hemert ende Hermen van Steenhuijs scepen in Deijl tugen dat voir ons
comen is Hermen van Steenhuijs voirsz. ende heeft geloeft heren Johan vander Empel commen-
duer vanden Duijschen heren bynnen Tiel tot behoff des convents der Duijtscher heren voirscr.
te waren twe mergen lants soe groot ende cleyn als die gelegen sijn inden gericht van He-
mert op Grebers Acker tuschen erffenisse des commenduers voirsz. aen beijden sijden met
voirwairden weert zake dat die commenduer voirsz. ... etc ...
.... altijt verhalen aen
drie mergen lants die Hermen van Steenhuijs voirsz. heeft inden gericht van Wadenoijen gele-
gen opten ...... tuschen erffenis Frederick van Hemert aen d'een sijde ende Hermen van Steen-
huijs voirsz. aen d'ander sijde In orkonde onser litteren Gegeven int jair ons heren dusent
vijf hondert ende dertien op sunte Jacobs avont apostel
Met het zegel van Steenhuijs.
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2876-0.1
24-08-1514. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van de goederen van Daem van der Duyn, gelegen te Gellicum en Rumpt door Hermen Pieck aan Wilhelmina [van Erp] en Ot van Scherpenzeel, 1514; met als retroakte de akte van beslaglegging op en transport van deze goederen aan Hermen Pieck.
Wij Hermen Pieck ende Heijnrick van Brienen ende Aert van Tuijl scepen in Deijl tugen dat voir ons comen
is die gezworen bode ons heren van Gelre in Tielreweert ende heeft gegiet dat hi gemaent heeft
van wegen joffer Willem na gelaten wedue selige Johans van Weerdenborch volmechtich Jan
van Weerdenborch hoirs zoens ende van wegen Ot van Scerpenzeel als voecht ende momber joffer
Dirck van Weerdenborch sijnre huijsfrouwe Daem vander Duijn van alsulcken medegave ende
hilixgoet als selige Jan van Vuern gehadt heeft met joffer Bely van Weerdenborch sijn huijs-
frou die Daem vander Dueijn voirsz. sculdich was te hantreijken ende te betalen joffer Willem
wedue selige Jans van Weerdenborch ende Ot van Scerpenzeel horen zwager gelijck dat inden
bancken van Deijl met ripen rade gewesen is na uutwisinge des scepen vonnis brieve
die dair aff gemaict is welcke medegave voirsz. Daem vander Duijn voirsz. niet
gehantreyckt noch betaelt en had / Daer na tugen wij dat wi dair over geweest hebben
dair joffer Willem wedue voirsz. ende Ot van Scerpenzeel hoir zwager voirsz. gericht
sijn overmits den gezworen richter ...
.... etc ...
... Dit gesciede int jair ons
heren dusent vijfhondert ende veertien des saterdages na sunte Peters dach ad vincula
Dair na wij Jan van Meteren Heijnrick van Brienen Aert van Tuijl ende Willem Boeninge scepen
in Deijl tugen dat voir ons comen is die gezworen bode voirsz. ....
...
.... Gegeven int jair ons heren dusent vijfhondert ende veertien op sunte Ber-
tholomeus dach apostel
Transfix.
Aanhangend: 25-08-1514
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2409
25-08-1514. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van de goederen van Daem van der Duyn, gelegen te Gellicum en Rumpt door Hermen Pieck aan Wilhelmina [van Erp] en Ot van Scherpenzeel, 1514; met als retroakte de akte van beslaglegging op en transport van deze goederen aan Hermen Pieck.
Wij Heijnrick van Brienen ende Aert van Tuijl scepen in Deijl tu-
gen dat voir ons comen is Hermen Pieck ende heeft vercoft ende op-
gedragen voir tien scillinge gever penningen die hi gieden dat hem
betaelt sijn den brieff dair desen tegenwoirdigen brief doir-
gesteken is ende allet tgehaut des brieffs als dair in gescre-
ven steet joffer Willem na gelaten wedue selige Johans van Weer-
denborch ende Ot van Scerpenzeel hoer zwager erffeliken te hebben
ende te besitten ende Hermen Pieck voirsz. verteech opten brieff ende op
tgehaut des brieffs voirsz. tot behoeff joffer Willem ende Ot van Scer-
penzeel hoire zwager voirsz. Ende hi geloeffden oeck van sijnre wegen
alle voirplicht af te doen vanden selven In orkonde onser letteren
Gegeven int jair ons heren dusent vijfhondert ende veertien des anderen
daechs na sunte Bertholomeus dach apostel
N.B. Ot is haar schoonzoon, wordt hier bedoeld.
Transfix.
Hangt aan: 24-08-1514
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2409
05-09-1514. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van dertien hont land, gelegen op 't Spijck te Rumpt door Cornelis Claessen aan Stees, weduwe van Hermen Facien {1}, 1544, met als retroacta de akten van transport van dit land door de echtgenote van Jan Engberts {2} aan haar zoon Aert, 1514, en door de kinderen Joseph Gijsberts en Griet Steesen {3} aan Hermen Zaeren, 1538; met akte waarbij Lambert Jansz. dit land belooft aan Hermen Tzaren, 1538.
Wij Heijnrick van Brienen ende Ghijsbert van Boxmeer scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is
Jan Engberts huijsvrou geweest is tot Gellicum ende heeft vercoft ende opgedragen voir vijftich pont
gever penningen die si gieden dat hoer betaelt sijn derthien hont lands gelegen inden gericht van
Romd opten Spijck dair boven naest gelant sijn die erffgenamen Jans van Weerdenborch ende beneden
die Cruijsbrueders van Asperen off wie desen lande al omme met recht naest lantgelegen sijn
Aert Engbertsz horen soen in enen eijgendom sonder dijck ende sonder thijns erffeliken te hebben ende te
besitten ende Jan Engberts voirsz verteech op dit voirsz. lant ende geloeffden dair voirt op doen the
verthien alle die gene die dair met recht op verthien sullen si geloeffden oec Aert Engbertsz horen
soen voirsz. dat lant voirsz. te waren jair ende dach als recht is tegen alle die gene die ten
recht comen willen ende alle voirplicht aff te doen vanden selven In orkonde onser letteren
Gegeven int jair ons heren dusent vijfhondert ende veerthien des donredages na sunte Anthonis
dach
1. Fout: Hermen Saeren
2. Fout: Jan, de vrouw van Engbert
3. Fout: zie transcripties
Volgens het regest zou er nog een losse charter uit 1538 moeten zijn, maar deze is (nog) niet aangetroffen.
Transfix.
Aanhangend: 24-10-1538
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2413
01-07-1515. Afschriften van akten van 1340, 1410, 1516, 1522 en 1530, waarbij verschillende hertogen van Gelre oude privilegiën ten behoeve van de abdij Mariënweerd bevestigen, en van een Deilse schepenakte van 1515 betreffende de betaling door de abdij van “Staetgeld”.
Wij Henrick van Bryenen ind Willem Woltersz schepenen tot Deijl doin kondt
ende thuyghen apenbairlick mit desen apenen brief dat voir ons gekomen zijn die
geswaeren van Eynspijck mit die gemeyne naebueren ind hebben gerichtelik
getuijcht ind then heylighen geswaeren dat die abt van Marienweerdt
altijt sijn staetgelt mit anderen ongelden gegolden heeft mit die van Eynspijck
ende andere nergenst behalve twe of drie iaeren dat die van Eynspijck vanden
hoeven veriaecht waren In oirconde ... ind getuychenisse der waerheijt hebben
wij Henrick van Brienen ind Willem Woltersz scepen voirsz. onssen segelen op
spatium sbriefs gedruct Gegeven inden iaer ons heren dusent vijfhondert
ind vijfftyen des sonnendachs post Petri et Pauli apostolorum
Bron: Inventaris der archieven van de abdij Marienweerd (1248-1592), inv. 3.
Datering: P&P = 29 juni
Bron: Overigen
06-01-1516. Akte waarbij Willem van Tuyl verklaart dat hij in 1468 van heer Wouter, pastoor van Hellu, met toestemming van Ot van Asperen en van Vueren, collator van de kerk aldaar, een stuk uiterwaard in het gericht van Hellu behorende tot de pasteurspreuve van Hellu, in erftins genomen en dit later uit een dijkgifte te Hellu gekocht heeft.
Wij Floris van Tuijl ende Willem Woutersz scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is Willem van Tuijl
ende heeft getuijcht op sijn uterste hevevaert? als dat hi inden jair ons heren dusent vierhondert ende
acht ende tsestich vererfftijnst heeft vanden pastoer van Hellu geheijten heren Wouter in bij wesen
belieffenis ende toedoen des collatoers der selver kercken van Hellu voirsz geheijten Ot van Asperen ende
van Vuern / een stuck uterweerts gelegen inden gericht van Hellu toe behorende totten papeliken proven
van Hellu voirsz ...
.... ende dit heeft gededingt heren Rutger Pollen
die na heren Wouter voirsz pastoer was ...
... int jair ons heren dusent vijfhondert ende sestien opten heijligen dertiendach
Met beide zegels.
Bron: Familie Van Tuyll van Bulckestein , inv. 1
05-05-1516. N.a und Floris von Tuyl Schöffen zu Deyl beurkunden, dass Jasper von Merwick als Vertreter seiner Frau Kornelia von Hemert zu Gunsten Wilhelms von Rossem Herrn zu Zoelen auf Grundstücke im Gerichte Wadenoeyen verzichtet hat.
Orig. Perg. mit 2 anhgdn. Siegeln, 1 : quergetheilt, unten drei Pfähle, oben ein doppeltgeschwämter Löwe wachsend, 2: drei unkenntliche Figuren.
Bron: Das Gräflich Von Mirbach‘sche Archiv zu Harff, nr. 949 (Rossum 2).
Gepubliceerd in:
Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein, insbesondere die alte Erzdiöcese Köln, nr. 57 (1894), Zweiter Band (1431-1599).
Bron: Overigen
19-04-1517. Eigendomsbewijs voor Ghijsbert de Kock van Nederinen van 4 morgen land te Deil in de "die 8 mergen" afkomstig van Ghijsbert Steesz, 1517. 1 charter
Wij Jan van Meteren ende Ghijsbert van Tuijl scepenen in Deijl tugen dat voir ons
comen is Ghijsbert Steesz ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever
penningen die hi ghiede dat hem betaelt sijn vier mergen lants gelegen inden gericht
van Deijl geheijten In die Acht Mergen tuschen erffenisse der kercken van Deijl aen
die een sijde ende die susteren van Culenborch ende Peter Vossen erven aen d'ander sijde
..... etc ....
Ghijsbert de Kock van Nederinen den Jongen Willemsz in enen eijgendom sonder dijck
ende sonder thijns erffeliken te hebben ende te besitten ...
....
.... In orkonde onser letteren Gegeven int jair
ons heren dusent vijfhondert ende soeventien opten witten donredach
Met beide zegels.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1832
15-07-1517. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van diverse percelen land gelegen te Rumpt door Jaspar van Merwijck aan Ot van Scherpenzeel.
Wij Henrick van Brienen ind Jan van Steenhuijs scepen in Deijll tugen dat voir ons comen is Jasper van Merwijck ind hefft vercofft ind opgedragen voir dusent pont
gever penningen die hij gijeden dat hem betaelt zijn vijerdenhalven mergen landts liggende inden gericht van Romd dat gelegen is tusschen
erffenisse boven ind beneden Ott van Scerpenzell gehe..... den ..... Noch achtenhalven mergen liggende inden gericht voirsz. boven naest
gelandt dat Capittell van Haefften ind beneden Jan van D....? Noch vijff mergen landts geheiten? den Anterbants? Camp liggende inden selven
gericht voirsz boven naest gelegen die gemein straet ind beneden die hillige kerck tot Romd Noch vijer mergen landts liggende inden gericht
voirgenoemt geh..... die Parshoven? boven naest gelegen Jan van Daisboirt?? ind beneden Gisbert? van Armelen? Noch drie mergen lants liggende
inden selven gericht voirsz. .....? den R..... boven naest gelandt Gerit Henricksz ind beneden die hillige kerck ind sunte Anthonis tot Romd
Noch drie mergen landts liggende inden voirsz. gericht in die Stelt boven naest landt gelegen Ott Ottensz erven ind beneden Gosen Hackert off wije alle
dit voirsz. landt allomme mit recht naest gelegen mach wesen Ott van Scerpenzell voirsz. in eenen eijgendom erfelicken te hebben ind te besitten
ind Jasper van Merwijck voirsz. verteech op dit landt voirsz. ind geloeffden daer op doen te vertijen alle die gene die daer met recht op vertijen sullen Ind
hij geloeffden Ott van Scerpenseell voirsz. alle dit landt voirsz. ewelicken te waren tegen alle die gene die ten rechten comen willen ind alle voir-
plicht aff te doen vanden zelven In oirconde onser litteren gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert ind soeventyen op woensdach nae sunte
Margareta dach die hillige joffroue
De film is slecht te lezen.
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2410
20-05-1518. Schepenen: Jan van Meteren Heynrick van Brienen Floris van Tuyll Jacop Pieck Cornelis van Gellichem Jan Janssen Willem Wouterssen en Jan Dirckssen
Wy Jan van Meteren Heynrick van Brienen Floris van Tuyll Jacop Pieck Cornelis van Gellichem Jan Janssen Willem Wouterssen ende Jan Dirckssen scepen in Deyll tugen dat wy na vragen des gezworen richters ons heren van Gelre in Tielreweert dair wy mede in der dingbancken van Deyll te gedinge geseten waren na aensprake ende claechte Ghijsberts de Kock van Nederinen Willemssen den Jongen op ende over Gosen van Varick als dat hi erff ende goet besit off ander in den naem van hem dat met beteren recht sijn is dan Gosen van Varicks voirscr., te weten vijff mergen lants gelegen in den gericht van Deyll geheyten den Liescamp. Ende ende had hem dat niet geruymt off bewijs dairaff gedaen ende had hem dairaen gescayt hondert gouden rijnsche gulden soe hi seyde. Ende na antwoirt Gosen van Varicks voirscr. op die voirscr. clachte soe hebben wy scepen voirscr. met enen goeden beraet te vorens dairop gehad met mede gevolch der medescepen der eninge van Tuyll eendrechtelick gewijst aen een vonnisse na scepen getuych kond ende wairheyt die wy dairaff gesien ende gehoert hebben dat joffer Margriet van Varick Gossens dochter van Varick off hoer convent den Liescamp voirscr. hebben ende gebruyken sall alsoe lange als sy geestelick blijft ende sterft sy geestelick so sal hair convent ende cloester na dode joffer Margriet voirscr. den Liescamp voirscr. hebben ende behouden eweliken ende erffeliken ende Gosen van Varick voirscr. ter onscult ende dit all ter tijt toe dan wy beter bethoen off schijn zien ende hoeren dan wy noch gesien ende gehoert hebben. In orkonde onser letteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert ende achtien den twentichsten dach in den meye.
(in dorso) nr. 169
Gosen van Varick
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 183 (Pag. 290)
06-01-1520. Schepenen: Henrick van Brienen en Jacop Pieck
Wij Henrick van Brienen ind Jacop Pieck scepen in Deijll tugen dat voir ons comen is Hubert Ffallkensen ind hefft vercofft ind opgedragen voir hondert pont gever penningen die gyeden dat hem betaelt zijn enen mergen lants liggende in der enige van Deijll in den gericht van Gelremalsen op den Sandacker gelegen tusschen erffenis Claes Goertsen boven ind Dirck Hermansen beneden off wye dit lant voirscr. allomme met recht naest gelant mach wesen heer Jacob van Eessden priester proest tot Zenwijnen tot behoeff des gemein convents tot Zenwijnen in enen eygendom erffelicken te hebben ind te besitten dijcksvrij tijnssvrij. Ind Hubert Ffallkensen voirscr. verteech op dit vercoffte lant voirscr. ind geloeffde dairop doen te vertijen alle diegene die daer met recht op vertijen sullen. Ind hij geloeffden heer Jacob·van Eessden priester proest tot Zenwijnen tot behoeff des gemein convents voirscr. dit lant voirscr. te waeren mit voollre waerscappen tegen alle dengenen die ten rechten comen willen ind alle voirplicht aff te doen van denselven ind all dynck sonder argelist. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert ind tweentich op die Hillige-Drije-Coningendach.
(in dorso) nr. 149
Gelremalssen enen mergen lants
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 184 (Pag. 292)
14-04-1520. Schepenen van Deil oorkonden, dat Gijsbert van Boxmeer beloofde, aan broeder Jan Gauenzn, procurator: leengoed Rubroek te vrijwaren
Wij Ghijsbert van Tuul ende Jacob Pijek scepen in Deijl tughen alsoe Ghijsbert van Boxmeer
vercoft ende opghedraghen heeft broeder Jan Gauenzn procurator vanden Carthusers buten Sinte
Gheertruden berch tot behoef des prioers ... vier ende
dartich merghen lants leengoets ghelegen inder heerlicheijt van Hoekelem ...
Kopie inventarisnr 2, 1e deel, folio 55bis v, H 16
Bron: Klooster Het Hollandse Huis bij Geertruidenberg - Regest nr. 1296
13-05-1520. Stukken betreffende het bebouwen van 16 morgen land op Deil voor de weduwe van Gerit van Eemskerck, 1520. 1 charter
Wij Ghijsbert van Tuijll ende Jan van Meteren scepenen in Deijll tugen alsoe Jan Rutgersz gebruijct
heeft een tijt van jaren sestien mergen lants van die Joffer van Eemskerck wedue vanden
seligen Gerit van Eemskerck Soe heeft Jan Rutgersz voirsz. voir ons scepen voirsz. geloeft
Jacop Jacopsz tot behoeff der Joffer van Eemskerck voirsz. op enen pene van vijfftich gou-
den Corefursten Rijnsche gulden goet van goude ende gerecht van gewicht off goet ander
paijment dair voir in geliker weerden d'een helft tot behoeff ons genedige heren van
Gelre etc Ende d'ander helft tot behoeff der kercken van Meteren Dat hi desen sestien
mergen lants voirsz. desen toecomende zomer buten nootzaken vierwerff eeren
sal ende te herffst toecomende al te samen met wijnter coern beseijen ende als dat
coern rijp is ende elc sijn gedeelt thuijs heeft soe bekende Jan Rutgersz voirsz. dat sijn
jaren vanden lande te bauwen voirsz. uut sijn sonder argelist In orkonde onser letteren
Gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert ende twentich den dertiende dach in
....
Met beide zegels.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1844
07-04-1521. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Floris van Tuyll ende Jacob Pieck scepen in Deyll ...
... opten beloken paesdag
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-4
16-11-1522. Akte waarbij de afrekening wordt vastgesteld, ten verzoeke van Johanna van Eemskerck, weduwe van Gijsbert de Kock van Neerynen, met wijlen Jan de Kock, broeder van Gijsbert, 1522. 1 charter
Wij Floris van Tuijll ende Jan Willemsz scepen in Deijll tugen dat voir ons comen is
Dirck van Rie ende heeft doir gesinnen joffer Johanna van Eemskerck wedue selige
Gijsberts de Kock van Nederinen ons getoent een rekenceell die hi seijde voir ons
scepen voirsz. bij sijn man wairheijt dat sijns vaders rekenceell was dair
Willem van Rie sijn selige vaders voirsz. uut gerekent had met selige Gijsbert de
Kock van Nederinen den alden als van sculden ende onsculden die sij metten anderen
te doen hadden heer comende van selige Jan de Kock Gijsberts de Kocks broeder
in welcker celen begrepen stont dat Willem van Rie voirsz. wilneer gecoft
heeft van die joffer Kocks wedue selige Willems de Kock die jairscaer van
hoiren tienden op Deijll voir twe en veertich alde gouden scilden / dair Willem
van Rie voirsz. op betaelt had aen handen den here van Est vier ende veertich
Rijnsche gulden current den enckelen gulden gerekent voir drie ende dertich
stuver die die joffer Kocks voirsz. sculdich was den here van Est van enen
peerde dat selige an de Kock voirsz. gehadt had In kennisse der wairheijt
dat dit gelijck voirsz. steet voir ons scepen voirsz. aldus geschiet is soe heb-
ben wij scepen voirsz. des toe orkonde onse zegelen beneden aen desen brieff ge-
hangen Gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert ende twe en twentich des
sonnendages na sunte mertijns dach inden wynter des heijligen bischops
Met beide zegels.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 569
25-05-1523. Eigendomsbewijs voor Katherina van Ysendoren, weduwe van Herbert die Cock, van de Duyffhuyscamp onder Meteren, groot 4 ½ morgen, afkomstig van Josyna van Herwynen, weduwe van Jan van Vlierden, 1555. Met een oudere brief van 1523, een verwinbrief van 1581, en een tynsbrief uit dit goed van 1540. 4 charters, waarvan 2 getransfigeerd
Wij Jan van Meteren ende Jan Wiljems scepen in Deil tugen dat voor ons comen is Joffer
Elijzabeth van Haeften wedue selige Gherijts van Rijn met horen gecoren momber ende heeft
opgedragen ende over gegeven vijftentalve mergen mergen lants off soe groot ende cleijn als dat
gelegen is inden gericht van Meteren geheijten den Duijffhuijs camp dair boven naest gele-
gen is Wemmer van Hanxleden ende beneden Heijnrick Dircksz off wie dair all omme myt
recht naest lantgelegen sijn Jan van Herwinen in enen eijgendom tot eenre medegaven
Joffer Arien sijnre echter huijsfrouwen ende hilixgoet sonder dijck ende sonder thijns erffe-
liken te hebben ende te besitten Ende Joffer Elijzabeth voirss verteech op dit lant voirss ende
... etc ...
... In orkonde onser letteren Gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert
ende drie ende twentich op sunte Urbanus dach des heyligen paus
Transfix.
Aanhangend: 04-06-1555
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1879-1
24-04-1526. Schepenen: Henrick van Brienen en Jacob Pieck
Wij Henrick van Brienen ind Jacob Pieck scepen in Deijll tugen dat voir ons comen iss Hubert Ffallkensen ind hefft vercofft ind opgedragen voir tweehondert pont gever penningen die hij gyeden dat hem betaelt zijn twaleff mergen lants liggende in den gericht van Gelremalsen heytende die Heymantse Bauinge gelegen tussen erffenisse die ffabrijck tot Gelremalsen boven ind Cornelis Dircksen beneden off wye dit voirscr. lant allomme met recht naestgelant zij heer Jacob van Eesden pryester proest tot Zenwijnen tot behoeff des gemenen convents tot Zenwijnen in enen eygendom erffelicken te hebben ind te besitten met all sulcken dijck als dair met recht toin behoert myt vorwarden toin gedaen dat den tijns die die proest ind convent voirscr. uut den lande voirscr. gehadt hebben zall doet ind teniet zijn ind Hubert Ffalkensen voirscr. verteech op dit vercoffte lant voirscr. ind geloeffden daerop doen te vertyen alle diegene die daer met recht op vertyen sullen van zijnre wegen ind van zijns vaders wegen. Ind hij geloeffden heer Jacob van Eesden priester proest tot Zenwijnen tot behoeff des gemein convents voirscr. dit lant voirscr. te waeren van sijnre wegen ind van sijns vaders wegen met voolre waerscappen tegen alle dengene die ten rechten comen willen ind alle voirplicht aff te doen van denzellven ind allet sonder argelist. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert ind sees-ind-twentich den vyer-ind-twentichsten dach in den apryll. etc.
(in dorso) nr. 150 Gelremalsen XII mergen
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 188 (Pag. 297)
24-04-1526. Uitspraak van de schepenbank van Deil, waarbij de commandeur van Tiel wordt vrijgesproken van een aanklacht, dat hij die "gemeinten" te Drumpt afgegraven zou hebben.
Wij Henrick van Brienen Ghijsbert van Tuijl Stees van Heijmert Jacob Pieck Jan van Meteren Jansz Mercelis van Beesdt Jan Willemsz ind
Cornelis Lambertsz scepen in Deijll tugen dat voir den gesworen richter ons heren van Gelre in Tyellreweert daer wij mede inder dingbancke tot
Deijll te gedinge geseten weeren ind voir ons scepen voirsz comen is Willem Willemsz als volmechtich procuratoer des commeltuers totten
Duijtschen Huijs tot Tyell ....
... etc ....
... In oirconde onser litteren gegeven
int jair ons heren dusent viffhondert ind seessindtweintich den vyerindtwentichsten dach inden Apryll
Met alle zegels behalve Jan van Meteren.
Beschadigd.
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2840
01-11-1526. Akte waarbij Stees van Hemert en Cornelis Lambertsz., schepenen te Deyll, oorkonden, dat Luyt, weduwe van Wemmer Hacken, toegezegd heeft aan Ghisbert Jansz. een tijns van drie philipsguldens per jaar gaande uit een hofstad en landerijen in het gericht van Wadenoyen
Datering: Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert ind zeess ind twentich op Alrezyelen avent.
Met de zegels van de oorkonders in groene was.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel, (1293) 1327 - 1815, toegang 3020, inv. 1879
Was regest 103 van de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Transfix.
Aanhangend: 27-07-1539
Bron: Overigen
1527. Akte van verkoop van 22 morgen land, gelegen te Rumpt door Joost van Brakel aan Ot van Scherpenzeel.
Dit is waarschijnlijk een akte voor schepenen van Deil, maar de akte lijkt niet te staan op film en is nog niet ingezien.
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2412
20-02-1527.
Wij Jan van Meteren ind Jan Goirts scepen in Deijl tugen dat voir ons comen is Joffer Janna van Beesdt zalige nagelaten weduwe Gerit van Emskerck
ind heft gegijet ind belijt bij hoirder waerheijt ind salicheijt hoirder zijelen als dat zij niet? schuldich en were hoere dochter joffr. Ott van Culenborch
offte hoeren erven t'weeten hoer kijnder daer zij alde moeder van is Ind dat alle schuld beloefften ind testamenten zijn voir hoer hijlixvorwart
te niet ind doet gededingt Inden yrsten dat testament van Geerbrant van Eemskerck hoer zoen die welcke zijn zuster voirsz. had beset in zijn
testament drie offte vijer hondert gulden zeggende zijnre moeder / zijet moeder zij zall eenen goeden brueder wijesen / ind ick begeer van u dat
ghij hoer daer mede geefft enen anderen? bruer / t'weten enen man / die hoer hoefft heer ind bescermer mach weesen / dit gescijet weesende als joffr.
van Eemskerck hoir moeder ind die frunde? den? hijlijck van hoer man Zweer van Culenborch voir is comen heb ik gezeijt tot mijn dochter / zijet dochter
ick zall dij? gueden bij die vrunden mo...?geven u desen man ind dan en zult ghij met meer staen nae't testament dijns brueders ind nae enige schuld
....
...
Oeck heb ick daer to gesonden Ghisbert die Kock van Nederinen hoeren zwager ind mijn suster Verhorst hoeren man / voir die welcke zij mij oeck quijt heft
gescolden Noch had ik hoer voir scepen t'weten Claes Pau ind Ot Henricksz gemaeckt een summe van penningen ...
....
.... Item heb gegeven mijn dochter Van Hoenseler doe ick hoer bestaiden{?} dat Rijssweertken halff tot Varick dat zij van
geenreweerden en acht / Ind zoe boede ick hoer daer voir drie gulden off dat weertken welcke zij gehalden hebben{?} ....
....
.... belij ick joffr. van Oemskerck voirsz. voir scepen voirsz. ...
... Gegijet ind belijt voir dat eerweerdige hellige sacrament in tegenwoirdicheijt heer Adriaen priester pastoor tot Est Dirck van der Horst
Jan van Meteren Jansz met meer gueder mannen. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert ind zoevenind
twentich opten twentichsten dach februarij , .
Met zegels van beide schepenen.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 577
01-12-1527. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van diverse percelen land, gelegen te Rumpt door Joost van Brakel aan Derica van Weerdenburch.
Wij Ghijsbert van Tuijll ind Henrick die Ruter scepen in Deijll tugen dat voir ons comen is Josst van Brakel
ind hefft vercofft ind opgedragen voir dusent pont gever penningen die hij gijeden dat hem betaelt
zijn drie mergen landts liggende inden gericht van Romd opten Wordell daer boven naest gelegen
is Ott van Scerpenseell ind beneden onser liever vrouwen altaer tot Romd Noch vijff mergen
landts gelegen inden gericht voirsz. daer boven naest gelegen is die pastorie tot Romd beneden
Lambert Roeloffsz heitende Deijgen Noch veertijen hont landts inden selven gericht voirsz. gelegen
inden Waijacker boven Corsten Maet Groeten erffgenamen ind beneden Gisbert van Boxmeer
erffgenamen off wije dit landt voirsz. met recht naest gelegen mach wesen Joffr. Dirck van
Weerdenborch naegelaten weduwe zellige Ott van Scerpenseell in enen eijgendom erffelicken
te hebben ind te besitten ind Joest van Brakell voirsz. verteech op dit landt voirsz. ind geloeffden daer
op doen te vertijen alle die gene die daer met recht op vertijen sullen Ind geloeffden joffr. Dirck
van Weerdenborch naegelaten weduwe Ott van Scerpenseell zellige voirsz. dit landt voirsz.
tijns vrij te waeren met volre waerscappen tegen alle die genen die ten rechten comen willen
ind alle voirplicht aff re doen vanden zellven In oirconde onse litteren gegeven int jair
ons heren dusent vijffhondert ind zoevenindtwentich opten sonnendach nae sunte Andries dach apostel
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2411
22-04-1532. Schepenen: Johan Willemsen en Aelbert Jansen
Wij Johan Willemsen ind Aelbert Jansen scepen in Deijll tugen dat voir ons comen zijn heer Johan van Rijn ind joffrou Agata van Rijn met hoerder gecoeren mombers ind hebben vercofft ind opgedragen voir tweehondert pont gever penningen die zij gyeden dat hoer betaelt zijn dat tweedeell van zeess mergen landts liggende in den gericht van Gelremalsen geheiten die Herp daer boven naestgelegen is die gemein wetering ind beneden die gemeyn straet off wye dit voirscr. landt met recht naestgelegen zijn heer Jacob van Esden priester proest tot behoeff des convents tot Zenwinen in enen eygendom dijckvrij ind tijnsvrij erfffelicken te hebben ind te besitten. Ind heer Johan van Rijn priester ind joffrou Agata van Rijn met hoerder gecoeren mombers voirscr. ind Willem van Rijn ind Jan van Herwinen vertegen op dit landt voirscr. ind geloeffden daerop doen te vertyen alle diegene die daer met recht op vertyen zullen ind heer Johan van Rijn priester ind joffrou Agata van Rijn met hoer mombers voirscr. geloeffden heer Jacob van Esden priester proest tot behoeff des convents voirscr. dit landt voirscr. te waeren jair ind dach als recht is tegen alle diegene die ten rechten comen willen ind alle voirplicht aff te doen van denzelven. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert ind twee-ind-dartich op ten twee-ind-twentichsten dach aprilis.
(in dorso) nr. 152
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 195 (pag. 303)
30-04-1535. Akte, waarbij Jan Dircksz. en Henrick Brant op verzoek van Stees van Hemert verklaren, ten overstaan van schepenen van Deil, dat zij van achtereenvolgens Ott van Gellichem, diens kinderen en Ot van Scherpenzeel een visserij in de Linge, gelegen te Gellicum en Renoy, hebben gebruikt, hetgeen hen slechts betwist werd door Ott van Gellichem en diens nakomelingen.
Wij Jan van Meteren ind Mercelis van Beesdt scepen in Deijll tugen dat voir
onsen richter ind voirt ons scepen comen zijn Jan Dircksz ind Henrick
Brant ind hebben god lyeffelicken aen den helligen gezwoeren daer zij met
recht to.... gebracht weeren van Stees van Hemert dat zij die vysscher-
ije van Ott van Gellichem voir ind Ott van Gellichems kijnder weegen
nae ind van Ott van Scerpenzel weegen noch daer nae gebruyijckt hebben
een vysscherie gelegen op Gelichem ind Reynoye ... etc ...
...
dusent vijffhondert ind vijffinddartich opten dartichsten dach aprilis
Met beide zegels.
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2397
03-09-1538. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van drie morgen minus 1 hont land geheten de eschacker en zeven hont land geheten de rijsacker, gelegen te Rumpt door Peter die Groet aan Thomas van Scherpenzeel, 1558, met als retroakte de akte van transport van dit land door Krijn Wijlhelmssz. aan Pieter die Groet, 1538.
Wij Gijsbert van Tuijll van Boelckensteijn ind Jan Wijlhemsz schepen in
Deijll tuijgen dat voir ons gecomen is Krijn Wijlhemsz dienre des deeckens van
Sunt Marien binnen Utrecht ind heefft vercoft ind opgedraegen voir hondert pont
gever pennongen die he gieden dat hem betaelt sijn drie mergen lantz myn eynen hont
lantz gelegen inden gericht van Rombd gnamt den Eschacker noirden lantgelegen
Steess van Hemert Gijsbert Hackart Artsz oistwert zuijdwert Jan Dirxsz westwert
die Roitsche wech Noch soeven hont lantz gelegen inden selffen gericht gnamt den
Rijsacker oistwert ind zuijtwert lantgelegen den Roitsche wech {1} westwert Thonis Jan
Hermensz noirdwt Art Maesz off wie alll omb met recht naestlant gelegen mach
sijn heren Peter die Groit Jansz priester dijckvrij ind sonder thijns erfflichen the
besitten Ind Krijn vursz. heefft dair op verthien sullen ...
.... In oircont onssen litteren gegeven inden
jair ons heren vifthienhondert achtinddartich opten dorden dach septembris {2}
1. Nu: Roodseweg
2. De maand is niet goed te zien onder de pliek maar wordt bevestigd in ORA Deil inv. 1089 f. 18.
Transfix.
Aanhangend: 18-11-1558
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2415
24-10-1538. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van dertien hont land, gelegen op 't Spijck te Rumpt door Cornelis Claessen aan Stees, weduwe van Hermen Facien {1}, 1544, met als retroacta de akten van transport van dit land door de echtgenote van Jan Engberts {2} aan haar zoon Aert, 1514, en door de kinderen Joseph Gijsberts en Griet Steesen {3} aan Hermen Zaeren, 1538; met akte waarbij Lambert Jansz. dit land belooft aan Hermen Tzaren, 1538.
Wij Henrick van Bryenen ind Hubert Valcken schepen in Deijel tugen dat voir ons
gecomen sijn Joseph Gijsbertsz ind Lambert Jansz als volmechtich ind momber der kijnderen
Griet Steessen des voirg. Joseph huijsvrouwe was Ind hebben vercoft ind opgedragen
voir hondert pondt gever penningen die he gieden dat oir betaelt sijn die brieff dair
desen tegenwoirdigen brieff doirgesteken is ind alle gehalt des brieffs als dair inne
geschreven steet Hermen Zaeren erfflichen the besitten ind die vurg. hebben dair op
verteijen ind beloeffden dair op doen verthien ....
.... Ind hier aff is Lambert Jansz als momber vursz. een principael
wairsman In oirconde onssen letteren gegeven inden jair ons heren duijsent vijffhondert acht
inddartich den vierindtwentichsten dach smaents octobris
Een deel van de datum ligt onder de pliek maar deze wordt bevestigd door ORA Deil inv. 1089, f. 18v.
1. Fout: Hermen Saeren
2. Fout: Jan, de vrouw van Engbert
3. Fout: zie transcripties
Volgens het regest zou er nog een losse charter uit 1538 moeten zijn, maar deze is (nog) niet aangetroffen.
Transfix.
Hangt aan: 05-09-1514
Aanhangend: 15-05-1544
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2413
27-07-1539. Akte waarbij Stees van Hemert en Peter van Maeren, schepenen in Deyll, oorkonden, dat Ghisbert Jansz. overgedragen heeft aan Hubert Ghisbertsz. de tijnsbrief van 1 november 1526 (inventarisnummer 1879), waardoor deze gestoken is.
Datering: Gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert ind negen ind dartich opten zoeven ind twentichsten dach Julii.
Met de zegels van de oorkonders in groene was, het eerste licht geschonden.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel, (1293) 1327 - 1815, toegang 3020, inv. 1880.
Was regest 130 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Transfix.
Hangt aan: 01-11-1526
Bron: Overigen
21-10-1540. Eigendomsbewijs voor Katherina van Ysendoren, weduwe van Herbert die Cock, van de Duyffhuyscamp onder Meteren, groot 4 ½ morgen, afkomstig van Josyna van Herwynen, weduwe van Jan van Vlierden, 1555. Met een oudere brief van 1523, een verwinbrief van 1581, en een tynsbrief uit dit goed van 1540. 4 charters, waarvan 2 getransfigeerd
Wij Johan Wijlhems en Hubert Valcken scepen in Deill tuijgen dat voir ons comen is Johan van Herwijnen
ind heeft geloifft Gijsbert Pieck b. tot behoeff joffer Agnes van Weerdenburch off helder sbrieffs ......
...
wuijt vijfftalffen mergen lants inden gericht van Meteren genamt den Duijffhuijss camp beneden die pastorij van Esdt boven
Elbert die Weerd? off Lodewich Gheerlixen ....
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1879-3
15-05-1544. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van dertien hont land, gelegen op 't Spijck te Rumpt door Cornelis Claessen aan Stees, weduwe van Hermen Facien {1}, 1544, met als retroacta de akten van transport van dit land door de echtgenote van Jan Engberts {2} aan haar zoon Aert, 1514, en door de kinderen Joseph Gijsberts en Griet Steesen {3} aan Hermen Zaeren, 1538; met akte waarbij Lambert Jansz. dit land belooft aan Hermen Tzaren, 1538.
Wij Joist Pieck ind Hubert van Boxmeer schepen in Deijll tuijgen dat voir ons comen is
Cornelis Claessen ind heefft vercofft .... .....
.... die brieff dair desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ....
.... Stees Hermen Saeren wedue erfflichen the
besitten ...
.... Inden jair ons heeren duysent
vijffhondert ind vierindveertich den vijffthienden dach van meij
1. Fout: Hermen Saeren
2. Fout: Jan, de vrouw van Engbert
3. Fout: zie transcripties
Volgens het regest zou er nog een losse charter uit 1538 moeten zijn, maar deze is (nog) niet aangetroffen.
Transfix.
Hangt aan: 24-10-1538
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2413
09-01-1545. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Johan van Meteren ind Peter van Maren schepenen in Deijl tuijgen dat voir ons comen is Herberen Geritsz ind heefft vercoufft
ind opgedragen voer hondert pont gever pennongen die he gieden dat hem betaelt sijn enen mergen lants soe groit die daer gelegen is inden
gericht van Meteren inden Rijsacker west Lambert Bernts lantgelegen oist Gerit van Emskerck off wie met recht lantgelegen mach sijn Henrick Jansz
erfflichen the besitten ....
....
Inne orcont onser letteren Gegeven inden iaer ons heren duijsent vijffhondert vijffendeveertich den negenden dach January
Transfix.
Aanhangend: 04-08-1555
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-5
11-03-1547. Schepenen: Hubert van Boxmeer en Johan Willemsz
onderschrift:
Huychbrecht van B?oxmeer?
gelofft XII gulden crone ider croin
op petri ad XXXVIII stuivers bb
facit? za XXII 1/2 gulden bb.
d?un?d VI stuivers bb.

marge: Hubert van Boxmeer geloefft loessthins XII golden kroenenn
erschinende op Petri ad Cathedram.

Wij Hubert van Boxmeer ind Johan Willemssz.
schepenn inn Zulichem Deijll, tuygenn dat ick
Hubert van Boxmeer geloifft hebbe Reiner van Aess-
wynn voyrss. thins twelff goudenn franckrixsche
son koenen vann gewicht off achtendartich stufer
der munterenn van brabant voer data geslaegenn
gereeckent voir elcke kroene op Sunte Peters dach
ad Cathedram tocomende anno acht ende veertich ind
soe voirt jaerlix twelickenn the bethaelen uuyt
een huyss ende hoffstat met vieff mergen lantz inden
gericht van Gelcom genant den Broitkamp oist-
waert lantgelegen denn gemeijnenn dijck westwert die
lyngenn off wie met recht lantgelegen mach sijn.
Welckenn thins voyrss. opten termijnn voirss. jaer-
lix niet betaelt en werdenn soe sall alle dagen
dair naestvolgende eenen peen van twe stuver 'sdaichs
optenn tijns voyrss. wassenn ende gayn. Welcken
peenn mitten thins voirss. Reiner van Aesswynn
voirss. uuyttenn onderpande voirss. verhalen mach als
hie niet langer beijden wyll. Ende ick Hubert
vann Boxmeer voirss. geloeffden den thinss ind peen
voyrss. uuyttenn onderpande voirss. ewelickenn te wae-
renn alss recht is tegen allenn des aen rechtenn
comenn wyllenn verbehaldenn doch mij Hubert
van Boxmeer voyrss. op eynigen termijn van betaelinge
voyrss. mijnre ?R?leijger loessenn met twe hondert der
voyrss. son conen gerekent elck koenn ad achtendar-
tych stuver denn gouden philips gulden vann ge-
wicht voir vieff ende twyntich stuyfer innd denn
gouden koirvorster guldenn vann gewycht gerekent
voyr achtendtwyntich stuyfer allet brabantscher
moenten ind allet gelt nae advenant. Innt oer-
kondt onser literenn. Gegevenn inden jair ons
Herenn duysent vieffhondert soeven ende veertich
den elffstenn dach 's maentzs marty.
Bron: Cartularium van Van Dam (inv. 1211), f. 98v+99
Bron: Overigen
20-02-1548. Schepenen: Robert van Erp en Gijsbert Jansz
onderschrift
Huychbrecht van Buxmer
gelofft jaers XII g. op petrij.

marge: Hubert van Buxmer geeft jaerlix XII g. op Petrij

Wij Robbert vann Erp inde Gijsbertt
Janssenn schepenn inn Deijll tuygenn dat voir
ons comen is Hubert van Boxmeer inde hefftt
geloefft Reiner van Aesswynn herenn toe Brae-
kell thins twelff guldenn tweijntich stuver der
moenten van Brabant voir dato geslaegenn gerekent
voir elckenn gulden op Sunte Peters daegh ad Cathe-
dram anno negen ende veertich tocomende ind so voirt
jaerlix ewelyckenn the betaelenn uuyt vier mer-
ghen lantz inden gericht van Gelcom genant
dat Schoer boeven lanthgelegen die gemeijnn straet
beneden Giesbert Aertsenn off wie met recht lantgelegen
mach sijnn. Welckenn thins off opten termijn voirss.
niet gegevenn off betaelt en worde soe sall alle
dagenn dairnaestvolghende eenen peen van eenen stuiver
's daichs optenn thinss voirss. wassenn ende gayn
welckenn peen mittenn thins voyrss. Reiner van
Aesswynn voyrss. uitenn onderpant voyrss. verhaelen
mach alss hij's niet langer beijden en wyll. Innd
Huybert van Boxmeer voirss. geloeffdenn den thins
ind peen voyrss. uyttenn onderpande voirss. ewelick
te waerenn als recht is tegen allen des ten rechten
comen wyllenn verbehalden op eijnigen termijn
voirss. Hubert van Boxmeer voirss. siner ewyger
loessenn met twehondert der voirss. gulden ind mitten
verschenenn thinssenn. Inn oercont onser literenn.
Gegevenn inden jair ons Heren duysent vieff hon-
dert ind acht ende veertich denn twijntichsten
dach february.
Bron: Cartularium van Van Dam (inv. 1211), f. 99v
Bron: Overigen
02-08-1548. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Henrick van Tuyll ind Henrick Geritzen schepen in Deylle ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-8
13-05-1550. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Johan van Meteren ind Henrick van Tuijll schepen in Deijll tuijgen dat voir
ons gecomen is Gerit van Emskerck b. ind heeft vercofft ind opgedragen voir hondert
pont gever pennonge die he gieden dat hem betaelt sijn sess mergen lantz inden gericht
van Malsen ind Meteren oistwert lantgelegen dat gasthuijss van Bomel beneden die pastorij
van Meteren off wie met recht lantgelegen mach sijn Johan Wijlhemsz tot behoeff Joffer Kathrijne
wedue Herbert die Cockx erfflichen the besitten ...
....
.... inden jair ons heren duijsent viffhondert ind vifftich die
darthienden dach van maij Voirt tuijgen wij schepen vursz. dat wij dair oever gestaen hebben
soe veer wij dat met recht doen moigen inne orcont onser letteren Gegeven op dach data vursz.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-9
10-11-1550. Ehevertrag zwischen Martin v. Rossum d. j. und Maria v. Vorst.
Zeugen : Joh. v. Rossum Herr zu Broickhuysen, Martin v. R. zu Poderoyen Marschall v. Geldern, Krien v. R. Schultheiss zu Diel {1}, Jan. v. R. Richter zu Boemelerweert; Alart v. Haefften zu Verwolde, Joh. h. Wyenhorst zu Horst kaiserl. Rath Drost von Kessel, Dietr. v. d. Lipp gen. Hoen zu Grribbenvorst.
Orig. Perg., 5 Siegeleinschnitte, 4 Bruchstücke.
1. In de index opgenomen als: Quirin, Schultheiss zu Deil.
Bron: Das Gräflich Von Mirbach‘sche Archiv zu Harff, nr. 1197 (Harff [Rossum] 213).
Gepubliceerd in:
Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein, insbesondere die alte Erzdiöcese Köln, nr. 57 (1894), Zweiter Band (1431-1599).
Bron: Overigen
10-09-1552. Thomas v. Scherpenseel und Hubert Baxmeer Schöffen zu Deyl: Joh. die Rowe und Arien Peters verkaufen zum Nutzen der Armen von Malsen gewisse Güter an Wolter Roloffs und Gisbert Hack.
Orig. Perg, mit 2 Siegeleinschitten.
Bron: Das Gräflich Von Mirbach‘sche Archiv zu Harff, nr. 1218.
Gepubliceerd in:
Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein, insbesondere die alte Erzdiöcese Köln, nr. 57 (1894), Zweiter Band (1431-1599).
Bron: Overigen
03-05-1553. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Johan van Meteren ind Jan Wylhemssoen schepen in Deill ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-10
03-05-1553. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Johan van Meteren ind Jan Wijlhemsz schepen in Deijll tuijgen dat voir ons comen sijn Jan Geritsz ind
Gerbrant Geritsz √ ..... Petersz {1} ind hebben vercoufft ind opgedragen voir hondert pont gever pennongen die se gieden dat hem
betaelt sijn drie mergen lantz gelegen inden gericht van Meteren soe groit die dair gelegen ind hem aengecomen
sijn van oire moider aen d'een zijde lantgelegen den Blanckersen wech boven lantgelegen joffer Kathrijn wedue Herbert
die Cock beneden Henrick die Comen? off wie met recht lantgelegen mach sijn Joffer Kathrijn Cockx wedue vursz. erfflich
the besitten Ind Jan ins Gerbrant vursz. hebben dair op vertegen ....
.... Ind Gerit van Emskerck b. heefft tot
behoiff joffer Cox vursz. oick dair op vertegen .......
.... inden jair ons heren dusent viffhondert ind drieindvifftich den ....
1. Er is een naam boven gekrabbeld.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-10
11-01-1554. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Johan van Meteren ind Wijlhem van Tuijll van Bulckesteijn schepen in Deijl
tuijgen dat voir ons comen is Gerit van Emskerck b. ind heeft vercoufft ind opgedragen
voir hondert pont gever pennongen die he gieden dat hem betaelt sijn ind wellike sijne
dochter met oiren gecoren momber heefft met oiren vader vursz. onverscheiden oick vercofft
ind opgedragen voir vifftich pont gever pennongen die se oick gieden dat oir betaelt sijn
id vifftedeell van vijff mergen lantz inden gericht van Meteren genamt den Vorsten Rijss-
acker Boven lantgelegen joffer Cockx beneden Henrick Jansz die Comen? streckende metten eenen
eijnde aen den Blanckerschen wech off wie met recht lantgelegen mach sijn Johan Wijlhemsz tot
behoeff Joffer Kathrijn van IJsendoren wedue z. Herbert die Cockx erfflichen the besitten ...
... inden jair ons heren dusent viffhondert inde vierindvifftich
den elfften dach Januarij
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-11
04-06-1555. Eigendomsbewijs voor Katherina van Ysendoren, weduwe van Herbert die Cock, van de Duyffhuyscamp onder Meteren, groot 4 ½ morgen, afkomstig van Josyna van Herwynen, weduwe van Jan van Vlierden, 1555. Met een oudere brief van 1523, een verwinbrief van 1581, en een tynsbrief uit dit goed van 1540. 4 charters, waarvan 2 getransfigeerd
Wij Wijlhem van Tuijll van Bulckesteijn inde Henrick van Brienen scepen in Deijl tuijgen dat voor ons comen is Joffer Josijna van Herwijnen ...
Transfix.
Hangt aan: 25-05-1523
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1879-2
04-08-1555. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wy Gielis Pieck ind Henrick van Brienen schepen in Deyll ...
Transfix.
Hangt aan: 09-01-1545
Aanhangend: 01-04-1557
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-6
08-12-1556. Schepenen van Deil: Frederick van Hemert, Peter van Maeren
Schepenen van Tuil: Otto van Asperen en van Vuren, Johan van Haeften, Frans van Haeften
Wy Otto van Asperen ind van Vuern Johan van Haifften Cornelis van Varick, Ffrans van Haefften Ffrederick van Hemert Ffrederick van Doern Hubert van Boxmeer Arien van Oyver Dirck die Ghier Dirck van Malburch Walravenssen richter in Tielrewert Johan die Rowe Peter van Maeren Johan van Rossem als schepen ind keersluden ten beiden dielen tussen Alart van Haifften heren tot Ophemert met Gysbert van Werdenburch geloiffende mede voir Gysbert van der Horst als momber syner huysvrou ind voir Dirck van Werdenburch inde den kynderen Johan van den Steenhuyss ind synen erven ind oire consorten ter eenre ind den werdigen heeren Johan ten Hoeve proest to Senwynen joffer Mergreta van Varick vrowe ind joffer Cornelia Hinckertz cloesterjoffer des conventz van Senwynen ter ander syden doen condt ind bekennen soe die parthien oir geschyll actie ind twyst aengaende den guederen ind versterff joffer Lysbet van Werdenburch in oire tyt vrowe tot Senwynen wes sy in den convent gebracht ind beseeten hadde off sulx wier wuyt erven soude off nyet aengesien opgemelte joffer Lysbet van Werdenburch tsestich jair dairinne gewiest ind selffs voir oiren affsterven getuycht hadde wat guederen dair weder wuyt ind nyet wuyt sterven sulden genslich tot onser wuytspraicken gestalt ind verbleven hebben ons seggen dairaff to achtervolgen ind nae te gaen. Soe dan die proest inde vrowe tot Senwynen boven den getuych der affstervender vrowen Lysbet van Werdenburch vurscr. sustineerden dat dair schepenvertich off maichgescheiden gewiest weren dairinne den convent die guederen die nyet wuytsterven sulden den convent toegelacht weren dair overmitz krych ind orloch met meer brieffen die selff gemisten ind die wederpart allegeerden soe dair geen gerichtlich vertich en wier dat id nye lantrecht van wuytsterffen dan behoirt onderhalden to warden nyettegenstaende hoe langh sulx dairinne gebracht ind besieten wier soe is hieraff ons seggen ind wuytspreecken dat alle erffguederen ind thynssen vrow Lysbet van Werdenburch in den convent gebracht off afftergelaten hiefft nyet dairvan wuytgescheiden wier erven ind comen sullen aen oiren vrunden ind erffgenamen ten wier id convent van Senwynen noch vynden ind becomen koesten ennige gerichtlich vertich off maichgescheiden dairinne die guederen by vrunden ind maegen voir data des nyen lantrechts den convent toegelacht weren off dairinne geerfft. Ind wes nyet bewesen en wordt sall id convent noch besitten ind behalden ses off sestalven mergen lantz genant Dat Geeffelt ter tyt to dat se dairwuyt gelost werden met vierhondert philips gulden genge ind geve off viffindtwintich stufer moent van Brabant voir elcken gulden gerekent die voir data geslagen syn. Des sal men in thien jairen nyet lossen. Ind dat hercommen van die helfft van acht gouden overlentsche rijns gulden met tsestich jair affterstegen dair Elbert van Boetbergen den convent die wierhelfft aff geldende is gaende wuyt negen schairweyen genant Die Hoichwey welcken brieff voir die helfft hoitsom ind hantgelt hiermede gelost sal syn ind dit voir oncosten die hierop staen sal.Alart van Haefften metten synen betalen omb reeden ons dair to bewegen dair dese oncosten van deser wuytspraicken sullen syn halff ind halff. Ind off tocompstich die van Werdenburch alhier genoemt bevonden worden geen erffgenamen to syn soe sall Alart van Haeften metten synen metten oncosten affstaen inde stellen id convent in die possessie der guederen vurscr. Ind sal dan dese wuytspraick een goede voirraem syn. Ind dese wuytspraick hebben die parthien to weten die proest ind vrowe vurscr. met oiren gecoren momberen voirt Alart van Haefften met die van Werdenburch vurscr. overgegeven ind geloifft nae to gaen voir schepen van Tuyll Otto van Asperen ind van Vuern Johan van Haefften Ffrans van Haefften ind voir schepen van Deyl Ffrederick van Hemert ind Peter van Maeren. Sonder argelist. Orcont der wairheit hebben wy schepen ind keersluden vurscr. onssen zegelen aen desen openen brieff gehangen in den jair ons Heeren dusent viffhondert ind sesindvifftich des dorden dages nae Sunt Niclaesdach.
(in dorso) nr. 109
Bron: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 211 (Pag. 325)
21-01-1557. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van een morgen land geheten het Mesmaicker Bone lantgen {1}, gelegen te Rumpt door Jennicke, weduwe van Tythem {1} Gerrits, aan Thomas van Scherpenzeel.
Wij Gielis Pieck ind Goirt van Gelcom schepen in Deijll tuijgen dat voir ons comen sijn
Jennike Wylhem? Geritsz wedue met horen twee soenen Geryken ind Thoenisken met oiren gecoren momber
ind hebben vercofft ind opgedragen voir hondert pont gever pennongen die sij gieden dat hem betaelt sijn
eenen mergen lantz inden gericht van Rombd gnamt den Mesmaecker boven lantgelegen Thomas van Scher-
penzeell beneden die Molensteege ind Rotsem wech off wie met recht .... Thomas van Scher-
penzeell erfflichen the besitten ....
...
.... Ind dese wairschap is volwairschap Ind Jennike met oiren gecoren momber geloiffden mede
voir oir twe dochterkens Stijnken ind Henrixken Inne orcont onser letteren gegeven inden jair ons
heren duysent viffhondert inde soevenindvifftich op Sunt Agnieten dach
1. Fout
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2414
01-04-1557. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Henrick van Tuyll ende Herman vanden Steenhuyss schepen in Deyll ...
Transfix.
Hangt aan: 04-08-1555
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-7
18-11-1558. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van drie morgen minus 1 hont land geheten de eschacker en zeven hont land geheten de rijsacker, gelegen te Rumpt door Peter die Groet aan Thomas van Scherpenzeel, 1558, met als retroakte de akte van transport van dit land door Krijn Wijlhelmssz. aan Pieter die Groet, 1538.
Wij Gielis Pieck ind Henrick van Brienen schepen in Deijll tuijgen dat voir ons comen is heer Peter die Groet
pryester met sijnen gecoren momber ind heefft vercofft inde opgedragen voir hondert pont ....
.... die brieff met sijn gehalt als dair inne geschreven steet dair desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is
Thomas van Scherpenzeel erfflichen the besitten ....
...
.... duysent viffhondert ind achtindvifftich den achthiende dach novembris {1}
1. De maand ligt deels onder de pliek.
Transfix.
Hangt aan: 03-09-1538
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2415
18-11-1558. Akte van transport, ten overstaan van schepenen van Deil, van twee en een halve morgen zeventien roeden land, gelegen opten Hardencamp te Rumpt door Peter die Groet aan Thomas van Scherpenzeel.
Wij Gielis Pieck ind Henrick van Brienen schepen in Deijll tuijgen dat voir ons comen is heer
Peter die Groet priester ind heefft met sijnen gecoren momber vercofft ind opgedragen voor hondert pont
gever pennongen die he giede dat hem betaelt sijn dordalffen mergen lantz ind soeventhien roeden
lantz gemeten halff den sloet met gater gegraven dair men paelen in slaen mach gelegen inden
gericht van Rombd opten Harden Camp noirden lantgelegen Claes van Matenesse Gerit Aelbertsz Joest Mom
Roloff die Groet zuijtwert Jan Jansz aent eijnde oistwert dat convent van Merienweerde westwert
Claes van Matenesse .... ... Thomas van Scherpenzeell erfflichen the besitten
inde her Peter vursz. geloeffden den dordalffen mergen ind soeventhien roeden ....
....
.... Ind setten dair onder the wairborch veerthien hont lantz inden
gericht van Rombd gnamt Baeten Camp ...
.... inden jair ons heren dusent viffhondert inde achtindvifftich den acht-
thienden dach novembris
Bron: Heereman van Zuydtwijck, inv. 2416
31-07-1569. Eigendomsbewijzen van verschillende landerijen te Malsen en Meteren, voor Katherina, weduwe Herbert die Cock, afkomstig van Gerrit van Eemskerkck en anderen, 1548-1557.
Met oudere brieven van 1498, 1508, 1545 en 1555, en pachtovereenkomsten van 1521, 1569 en 1578.
12 charters en 1 stuk (5 charters getransfigeerd).
Wij Jaspar van Meteren ind Gijsbert die Boman schepenen in Deijll tuigen dat voir ons komen
sijn Jan Lambertsz den jongen mit Geriken sijn rechte huijsvrou Jan Alertsz als man ind momber
Fijken sijnre huijsvrouwe, Frans Dircksken ind Anna naegelaten soen ind dochteren Gerits van
Hemskerck b. ind hebben van joffer Katherina van IJsendoorn wedue z. Herbertsz die Cock ge-
huert ind aengenomen te gebruicken ind te besitten in eenre jairlixen huere een huijs ind
hofstadt mitten berch timmerongh ind bepotonghe ende lant dair after aen gelegen ontrent
anderhalff mergen ..... inden gericht van Meteren dair Jan
Lambertsz nu noch op woent ind joffer Cocks vursz. mit recht opgewonnen ende gerichtlicke
possessie onderwonden ind genomen heeft .... ......
....
... Dair den eersten pacht aff verschenen sall siin op Sinte Ponciaens dach aº duijsent
vijfhondert ind tsoeventich naestcomende .... etc ...
.... Ind weert sack Jan Lam-
bertsz mit siin huijsvr. vursz., Jan Alertsz als man ind momber sijnder huijsvr. vursz. metten drieen
andere kijnderen vursz. den pacht vursz. opte yersten termijn .... ...
niet en betaelden als vursz. soe kenden hem Jan Lambertsz met wil ind consent Geriken sijnder
huijsvr. Jan Alertsz als man ind momber sijnder huijsvr. vurg. Frans Dircxken ende Anna
vurg. elcx mit oiren gecoren momber vervallen te sijn vander huyr vursz. ind voerts ont-
erft ind versteken te sijn van alle beterschap recht ind toeseggen soe sij noch ennichsins hedde
ofte pretenderen muchten the hebben aen die guederen vursz. tot behouf joffer Katherina
vursz. ende oeren erffen ... etc ...
....
.... soe zall ind mach Jan Lambertsz vursz. mitten vursz. kijn-
deren Gerits van Hemskerck opten lesten sinte Ponciaens dach als vursz. dat goet vursz. los-
len ind vrijen
...
... int jair ons heren
duijsent vijfhondert negen ind tsestich den lesten dach julij
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1878-12